rivierkreeft
Foto: rode Amerikaanse rivierkreeft

Recent zijn twee moties over invasieve exoten in de Tweede Kamer aangenomen. De motie Van der Plas (BBB) over een landelijke aanpak van invasieve exoten. En de motie Van Campen (VVD) over de wijze van bestrijding van de Amerikaanse rivierkreeft. Ook verzoekt laatstgenoemde motie de regering om een ‘offensief invasieve exoten’ op te stellen.

Invasieve exoten in de Nederlandse wateren zorgen voor uitdagingen in het waterbeheer. Uit het recente rapport van Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES) blijkt dat de bedreiging van invasieve exoten alleen maar toeneemt. Jaarlijks kost de bestrijding van deze soorten internationaal bijna 400 miljard euro. Tijdens het tweeminutendebat ‘Aantal ontwikkelingen op het gebied van soortenbeleid ‘ op 11 oktober stond de bestrijding van deze exoten ter discussie. Op 17 oktober zijn de ingediende moties van Van der Plas en Van Campen aangenomen.

Van der Plas streeft met een aangenomen motie naar een landelijke aanpak van de bestrijding van invasieve diersoorten als muskus- en beverratten, en rivierkreeften. Van Campen wil de wet- en regelgeving voor Amerikaanse rivierkreeften aanpassen, zodat het verantwoord wegvangen met geschikte vangmiddelen breder mag worden toegepast dan uitsluitend door beroepsvissers zoals nu het geval is. Ook verzoekt de motie de regering om een ‘offensief invasieve exoten’ op te stellen. Zodat de bedreiging van biodiversiteit, waterinfrastructuur en de waterkwaliteit wordt tegengaan.

Landelijke aanpak

De motie Van der Plas verzoekt om de bestrijding van invasieve exoten landelijk aan te gaan pakken, en niet over te laten aan de provincies. De huidige aanpak door de provincies zou teveel wisselende uitkomsten geven. Minister Van der Wal-Zeggelink voor Natuur en Stikstof gaf tijdens het debat aan dat de bestrijding van invasieve exoten formeel een taak van de provincies is. En dat de uitvoering van deze motie wel in nadrukkelijke samenspraak met de provincies moet worden gezien. Volgens de Unie van Waterschappen heeft het Rijk geen uitvoeringsorganisatie om een dergelijke taak uit te voeren, en zijn er voldoende middelen nodig aan provincies of regionale partijen om een landelijke aanpak mogelijk te maken. Daarnaast is de huidige aanpak met beroepsvissers als beheersmaatregel niet effectief.
Verder zouden buurlanden bij de rivierkreeftenproblematiek betrokken moeten worden: de waterschappen geven zo’n 3 miljoen euro per jaar uit om de instroom van muskus- en beverratten uit Duitsland weg te vangen langs de grens.

Aanpassen wetgeving

De motie Van Campen roept het kabinet op om de wet- en regelgeving rond de Amerikaanse rivierkreeft aan te passen. Zodat bevissing op verantwoorde wijze, met fuik en kreeftenkorf, breder wordt toegestaan dan door alleen de beroepsvisserij. Bijvoorbeeld ook door sportvissers en agrariërs. Het afvangen van exotische rivierkreeften gebeurt nu nog met traditionele korven en visfuiken. Ook verzoekt de motie de regering om een ‘offensief invasieve exoten’ op te stellen. Deze motie was eerder ontraden door de minister. Daarom verzoekt Kamerlid Van Campen het kabinet om een brief waarin staat hoe het kabinet van plan is invulling te geven aan de uitvoering van deze motie.

Offensief invasieve exoten

De Unie van Waterschappen steunt deze motie en waterschappen geven aan betrokken te willen zijn bij het opstellen van het ‘offensief invasieve exoten’. Uitgangspunt zou verder moeten zijn dat er een vrijstelling komt voor de soorten op de Unielijst invasieve exoten. Daarnaast zouden de soorten van de Unielijst vrij bevisbaar of te vangen moeten zijn door specifieke partijen, waarbij toestemming van de eigenaar niet nodig zou hoeven zijn. Tenslotte zou de vrijstelling alleen moeten gelden voor bepaalde selectieve vangmiddelen voor rivierkreeften.

Amerikaanse rivierkreeften

De Amerikaanse rivierkreeften zorgen voor uitdagingen in het waterbeheer, omdat zij weinig natuurlijke vijanden hebben zich razendsnel voortplanten. Op plekken waar zij met veel zijn, brengen de dieren schade toe aan watergangen, oevers, en de waternatuur. En dat is weer slecht voor de waterveiligheid, de ecologische waterkwaliteit en de biodiversiteit. Om de rivierkreeft beter te kunnen bestrijden zonder bijvangst van vis, doet hoogheemraadschap van Delfland onderzoek naar nieuw vangmiddelen die speciaal ontwikkeld zijn voor de exotische rivierkreeften soorten. “Rivierkreeften zijn een probleem voor de waterkwaliteit. De ontwikkeling van innovatieve vangmiddelen en wat we vervolgens gaan doen om zo effectief mogelijk rivierkreeften af te vangen, staat hoog op de agenda van Delfland”, aldus Stijn van Boxmeer, hoogheemraad Waterkwaliteit van Delfland.
Maar voor een brede toepassing van een vangmiddel, is er dus wel een aanpassing nodig in de wet- en regelgeving om het wegvangen met nieuwe vangmiddelen door meer partijen dan alleen beroepsvissers mogelijk te maken.