Met behulp van warmtecamera’s voert waterschap Drents Overijsselse Delta speciale beverinspecties uit. Eerder gehouden tests met dergelijke camera’s pakten volgens het waterschap goed uit: “We troffen bevers aan en konden zien waar ze zich begaven. Dat helpt om beverlocaties in beeld te brengen die we extra in de gaten houden op graafschade.”
Door het hoogwater van de laatste weken is het opsporen en volgen van de bevers nóg belangrijker geworden. Bij hoge waterstanden verlaten bevers namelijk hun burcht en zoeken ze een nieuwe verblijflocatie om daar een nieuw hol te graven. De ingang van dat hol maken ze onder water. Daardoor is deze bijna niet te vinden. De beverinspecties vinden zowel overdag als ’s nachts plaats, omdat de dieren in de nachtelijke uren het meest actief zijn. Om in het donker te kunnen zien waar bevers zich bevinden in de buurt van dijken, worden warmtecamera’s gebruikt.
Beverprotocol
De Nederlandse waterschappen zien het aantal bevers en daardoor schades toenemen. De huidige populatie in Nederland wordt geschat op 7000 bevers. Wanneer er ernstige schade of risico voor openbare veiligheid door de bever optreedt, volgen de waterschappen en provincies de werkwijze uit het Beverprotocol. Ze beginnen met lichte maatregelen om de bever te ontmoedigen en als die niet helpen gaan ze verder met iets zwaardere maatregelen. Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden paste begin 2023 voor de eerste keer het Beverprotocol toe bij de reparatie van de Lekdijk. Daarvoor vroeg het waterschap een ontheffing aan bij Fauna Beheer Eenheid Utrecht, want de bever is in Nederland een beschermde diersoort. Soms werken de maatregelen uit het Beverprotocol echter niet goed genoeg en is afschieten het laatste redmiddel, zoals in oktober 2022 in Wamel, waar een onaanvaardbaar risico ontstond door graverij van bevers in de Waaldijk. Waterschap Rivierenland had daar al meerdere gangen uitgegraven met een lengte van ruim 20 meter en holen met een doorsnede van anderhalve meter.
Grote holen
“Als bevers eenmaal in de dijk zitten, sta je ervan versteld wat voor holen en gangen ze graven”, zegt een van de waterkeringbeheerders van WDODelta. “Een muskusrat graaft holen met een diameter van 15 tot 20 cm, die van een bever zijn veel groter. Daar kan een tengere volwassene bijna doorheen ‘tijgeren’.” Het waterschap stelt dat de dijken in goede conditie moeten zijn én blijven. De bever is welkom in het rivierengebied en goed voor de biodiversiteit, maar vormt ook een risico door zijn graafschade.
Muskusrattenbestrijders
Bij de beverinspecties krijgt het waterschap veel ondersteuning van de muskusrattenbestrijders. Nu die het aantal muskusratten steeds beter onder controle krijgen, neemt het aantal bevers fors toe en vraagt dit ook hun aandacht. “Normaal gesproken is de bever geen enkel probleem, als hij maar in de uiterwaarden blijft. Maar bij hoogwater zoekt hij ‘het hogerop’, meer richting de dijk. De focus die we op de dieren hebben, wordt dan nóg scherper. We analyseren hun gedrag en monitoren waar ze zich bevinden. Op die manier proberen we een goede balans te vinden tussen bevers en waterveiligheid”, aldus de waterkeringbeheerder van WDODelta.
Waadpak
Voordat de warmtecamera’s worden ingezet, gaan mensen van het waterschap eerst zelf op zoek naar beversporen. In een waadpak zoeken zij met hun voeten ‘op gevoel’ naar sporen van bevers. Zo selecteren ze overdag de plekken die ze ‘s avonds of ‘s nachts nader inspecteren met de warmtebeeldcamera. Dat is volgens WDODelta nodig omdat inspectie met een warmtebeeldcamera erg intensief is. Een bever kan tot een kwartier onder water blijven als hij aan het graven is. “Om de bever te vinden met de warmtebeeldcamera en zijn gedrag goed in kaart te kunnen brengen, staan we regelmatig een uur op dezelfde plek. Daarom combineren we tactieken om de bever sneller in beeld te hebben.”
![](https://www.waterforum.net/wp-content/uploads/2024/01/D0036212L0017978P001_Opgevoelzoekennaardebever_exp2_1024.jpg)