Het Integraal Laboratorium Overleg Waterkwaliteitsbeheerders (ILOW) heeft, op basis van research door TNO en Deltares, een methode ontwikkeld die bijna dertig zogeheten ‘niet-toetsbare stoffen’ uit gewasbeschermingsmiddelen kan aantonen en toetsen aan de KRW-norm.
Van zo’n dertig actieve stoffen in gewasbeschermingsmiddelen is de norm in de Kaderrichtlijn Water zó laag, dat deze norm onder de detectiegrens ligt voor de analyseapparatuur die gebruikt worden door laboratoria die de bepalingen doen voor de waterschappen. Onlangs is echter een methode ontwikkeld die deze stoffen, op twee stoffen na, wél kan aantonen en toetsen aan de norm. Dat meldt CropLife NL (voorheen Nefyto), de organisatie die de belangen behartigt van bedrijven die chemische en biologische gewasbeschermingsmiddelen en biostimulanten ontwikkelen voor de Nederlandse markt.
Analytisch correct, maar te arbeidsintensief
De basis voor de nieuwe methode is gelegd door TNO en Deltares, die dit deden in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Beide instituten ontwikkelden gezamenlijk een methode die analytisch correct was, maar die te arbeidsintensief bleek en voor routinematige monitoring niet praktisch. Vervolgens hebben de ILOW-laboratoria de methode doorontwikkeld naar een robuuste methode, die volgens hen uitvoerbaar is tegen maatschappelijk verantwoorde kosten.
Vloeistof- en gaschromatografie
Met de vernieuwde methode is het mogelijk om stoffen te meten met vloeistofchromatografie (LC), op een concentratieniveau dat duizend keer lager is, en met gaschromatografie (GC) op een niveau dat tien keer lager is dan de huidige methode. Hierdoor zijn vrijwel alle actieve stoffen van gewasbeschermingsmiddelen op normniveau te meten, met uitzondering van twee stoffen (deltamethrin en λ-cyhalothrin), doordat de waterkwaliteitsnorm van deze stoffen nóg lager ligt.
De eerste analyses
Inmiddels zijn er in 2023 genomen monsters – van de waterschappen Drents Overijsselse Delta, Vechtstromen, Rijn en IJssel en Vallei en Veluwe – geanalyseerd met de nieuwe methode. Van twee stoffen werd herhaaldelijk een normoverschrijding gevonden en van zes een incidentele normoverschrijding. Verder overschrijden twee stoffen de rapportagegrens, maar overschrijden ze de wettelijke norm niet. De overige twintig niet-toetsbare stoffen zijn niet boven de rapportagegrens waargenomen.
‘Discussie afsluiten’
Eric Kiers, directeur Verduurzaming van CropLife NL, zegt blij te zijn dat er nu een analysemethode is die vrijwel alle actieve stoffen van gewasbeschermingsmiddelen kan detecteren op het niveau van de KRW-normen. “Hiermee kan de discussie over de zogenaamde niet-toetsbare stoffen worden afgesloten”, stelt hij. “Gewasbeschermingsmiddelen horen daar te komen waar ze hun werk moeten doen, en niet in het oppervlaktewater. Gelukkig zijn tot nu toe van de meeste niet-toetsbare actieve stoffen van gewasbeschermingsmiddelen geen normoverschrijdingen gevonden bij een eerste screening in een groot gebied in oost- en midden-Nederland. Bij de stoffen waarbij dat wél het geval is, kunnen we nu in samenwerking met stakeholders en telers gerichte acties gaan ondernemen.”