De Kamerbrief over de nieuwe zoetwaterstrategie van het ministerie van IenW bevat een opmerkelijke passage. Zo staat er dat er voor grote watergebruikers in de kustgebieden altijd voldoende brak oppervlaktewater en zoutwater beschikbaar is, ook tijdens de zoetwatertekorten. “Ik kan mij niet voorstellen dat de minister een agenda heeft om alle waterafhankelijke industrie naar de kust te verplaatsen. Dat zou tamelijk absurd zijn”, reageert Roy Tummers, directeur Water van VEMW.
Verschillende onderzoeken van onder andere het KNMI en Deltares toonden het afgelopen jaar aan dat zoetwatertekort op korte termijn het meest urgente probleem voor Nederland is.
Zo staat er in de KNMI-scenario’s dat er vóór 2050 al niet genoeg zoetwater is om verzilting tegen te gaan. In november 2023 toonde onderzoek van Deltares aan dat zoetwaterbeschikbaarheid het meest urgent is als we het hebben over zeespiegelstijging. En in alle Deltascenario’s raken de zoetwatervraag en het zoetwateraanbod verder uit balans.
Ingrijpende maatregelen
Daarom zijn ingrijpende maatregelen nodig, schrijft demissionair minister Harbers van IenW in een brief aan de Tweede kamer. De huidige zoetwateraanpak volstaat niet meer. Daarom is het noodzakelijk dat alle overheden in beeld brengen hoe ze de toekomstige zoetwatervraag in evenwicht brengen met het wateraanbod.
Belangrijke afwegingen
Daarnaast moeten overheden belangrijke afwegingen gaan maken in hun ruimtelijke plannen, zoals kiezen voor minder watergebruik en het accepteren van een hoger zoutgehalte in bepaalde gebieden.
Of het extra regenwater uit de nattere winters beter vasthouden in de bodem of waterbergingen. Dit kan volgens Harbers leiden tot een groter risico op wateroverlast en effect hebben op andere watervragers zoals agrariërs en industrie.
Watergebruik verminderen
Het staat vast dat alle gebruikers en alle sectoren het watergebruik in droge periodes moeten verminderen. “Het perspectief voor grote watergebruikers is dat er in de kustgebieden altijd voldoende brak oppervlaktewater en zoutwater beschikbaar is, ook tijdens zoetwatertekorten”, staat in de Kamerbrief.
Opmerkelijke zin
Dit is een opmerkelijke zin, reageert Roy Tummers, directeur Water van VEMW. De brancheorganisatie vindt dat de overheid moet zorgen voor een goed vestigingsklimaat voor waterafhankelijke bedrijven.
Dat houdt in dat bedrijven ook in de toekomst moeten kunnen beschikken over voldoende zoetwater. “Dat ligt overigens geheel in lijn met één van de hoofddoelstellingen van het Deltaprogramma zoetwater: ‘het bevorderen van de concurrentiepositie van Nederland wat betreft aan water gerelateerde economie’, stelt Tummers.
Bijdrage leveren
“Tegelijkertijd begrijpen wij dat ook de watergebruikers via vraagbeperking een bijdrage moeten leveren. Dat kan wat ons betreft ook betekenen dat er wordt gekeken naar alternatieve oplossingen om de weerbaarheid tegen zoetwatertekorten te vergroten”, vervolgt Tummers.
“En dan zou je voor bepaalde toepassingen ook kunnen kijken naar het gebruik van zout of brak water.” Hij wijst op de ambitieuze plannen in Nederland voor de productie van waterstof. “Dat zou mogelijk zo’n toepassing kunnen zijn. Ik kan mij niet voorstellen dat de minister een agenda heeft om alle waterafhankelijke industrie naar de kust te verplaatsen. Dat zou tamelijk absurd zijn.”