De provincie Noord-Brabant wil vanaf januari 2026 de grondwaterheffing voor bedrijven uitbreiden. Bedrijven die 50.000 m³ oppompen moeten ook gaan afrekenen. Nu betalen alleen ondernemingen die jaarlijks meer dan 150.000 m³ grondwater per jaar oppompen. De heffing kan 1 miljoen euro extra opleveren om de verdroging te bestrijden.
Nu betalen 27 bedrijven, inclusief twee drinkwaterbedrijven, voor het oppompen van grondwater. Dat levert jaarlijks 8 miljoen euro op. Vanaf 1 januari 2026 gaan tussen de 200 en 500 bedrijven ook bijdragen. Het geld dat deze maatregel oplevert, zet de provincie in voor de financiering van het herstel van het grondwatersysteem om de verdroging te bestrijden.
Droogteagenda
De droogteagenda van de provincie staat bol van maatregelen. Sloten dempen of veranderen is het meest praktische voorbeeld. De provincie werkt al aan oplossingen om verdroging tegen te gaan, en gaat hier volgens de woordvoerder mee door. Bijvoorbeeld door regenwater langer vast te houden, zodat het de kans krijgt om de grond in te trekken, in plaats van het zo snel mogelijk af te voeren naar zee. Maar ook door rivieren weer te laten meanderen en het vergroenen van steden om regenwater beter op te vangen.
Bufferzones
De provincie stimuleert verder het gebruik van innovatieve waterbergingstechnieken, zoals regenwateropvangsystemen voor zowel particulier als agrarisch gebruik.
Gedeputeerde Staten stelden de uitbreiding van de grondwaterheffing via de begroting voor aan Provinciale Staten (PS). PS bespreekt die begroting in november en beslist dan ook of de voorgestelde uitbreiding akkoord is.
Voorbereidingen
Bij akkoord van PS starten de voorbereidingen voor uitvoering. De waterschappen en de omgevingsdienst bereiden de uitvoering en handhaving in 2025 voor. Financiering komt uit provinciale middelen. De provincie neemt de nodige aanpassingen op in de omgevingsverordening en de verordening grondwaterheffing.
Evaluatie
De provincie evalueert in 2028 deze nieuwe maatregel. Samen met de waterschappen en andere relevante partijen kijkt de provincie naar de doeltreffendheid en uitvoerbaarheid van de uitbreiding van de grondwaterheffing. Ook kijken ze of een aanpassing of een verdere verlaging van de drempel wenselijk en uitvoerbaar is.
VNO-NCW
De aanpassing sluit aan bij de wensen van VNO-NCW Brabant Zeeland, laat Jan van Mourik, manager Belangenbehartiging, weten. De werkgeversorganisatie gaf eerder tijdens de discussie over de verhoging van de grondwaterheffing aan met de verhoging te kunnen leven, gezien de maatschappelijke discussie over grondwater. “Hoewel een belastingverhoging nooit prettig is, kan een verhoging die direct gekoppeld is aan een verbetering van de waterinfiltratie – en dus aan de bestrijding van verdroging – rekenen op begrip”.
Eerlijkere belasting
Op dit moment vallen alleen de zeer grote verbruikers onder de heffing, en dat is eigenlijk niet rechtvaardig, stelt de werkgeversorganisatie. Door de drempel te verlagen, ontstaat er een eerlijkere belasting.
VEMW is het in grote lijnen eens met VNO-NCW Brabant Zeeland, meldt Roy Tummers, directeur Water. De provinciale grondwaterheffing is een bestemmingsheffing waarvan de opbrengst dient om specifieke uitgaven aan het grondwaterbeheer te dekken of te financieren.
Onttrekking van grondwater kan ertoe leiden dat de kosten van het grondwaterbeheer toenemen. “Dat effect is uiteraard niet voorbehouden aan de grotere onttrekkingen. Het is bij alle onttrekkingen aan de orde. Het is dus logisch dat ook kleinere onttrekkingen te maken krijgen met de provinciale grondwaterheffing”, aldus Tummers.