beroepsvissers
Foto: RWS stelde eind 2023 nog een visverbod in bij de Haringvlietsluizen, dat geldt binnen 1.500 meter aan beide zijden van de dam. Dat komt praktisch neer op het hele rivierengebied.

De Tweede Kamer heeft op 22 oktober een motie aangenomen over visserijvrije zones voor beroepsvissers. Caroline van der Plas (BBB) is de initiatiefnemer van de motie, die oproept om visvrije zones niet in te stellen rondom vismigratievoorzieningen maar om deze op maat te laten maken in samenspraak met beroepsvissers. De motie werd ingediend tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van LVVN.

Vissen hopen zich op bij sluizen, stuwen en dammen waar vispassages zijn aangelegd of waar visvriendelijk beheer plaatsvindt. Het is onwenselijk als daar visserijactiviteiten plaatsvinden. Volgens de ingediende motie van Caroline van der Plas (BBB) zouden maatwerkzones zowel de trekvissen beschermen als recht doen aan de beroepsvisserij. Het instellen van een visserij vrije zone zou niet altijd ecologisch noodzakelijk zijn en als er geen overleg zou zijn met sportvissers, zou dat het einde kunnen betekenen voor de Nederlandse Sportvisserij.

RWS stelde eind 2023 nog een visverbod in bij de Haringvlietsluizen, dat geldt binnen 1.500 meter aan beide zijden van de dam. Dat komt praktisch neer op het hele rivierengebied. Ook het kierbesluit, dat na jarenlange discussies eindelijk van kracht ging in 2018, is bedoeld om trekvissen te beschermen.  

Rond vismigratievoorzieningen niet vissen

Al jaren pleiten waterschappen ervoor om visserijvrije zones in te stellen voor en na stuwen en sluizen waar een vismigratievoorziening is gebouwd. Op deze manier krijgen trekvissen de kans om barrières te passeren en te migreren naar bovenstrooms water, of juist van het zoete water naar zee. Zo ontstaat een gezonde visstand. Dat is ook nodig voor het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW).

Schade door fuiken

Onderzoek door kennisinstituut Imares van Wageningen University & Research, dat werd gedaan in opdracht van het toenmalige ministerie van EZ, toont echter aan dat er wel degelijk schade ontstaat aan trekvissen door fuiken te plaatsen bij vismigratievoorzieningen. In de motie wordt ten onrechte anders beweerd. Volgens Van der Plas is het instellen van een visserijvrije zone ´niet altijd ecologisch noodzakelijk of juist onvoldoende om trekvissen te beschermen´ en zijn er voor de sportvisserij in Nederland ook maatwerkafspraken gemaakt in samenspraak met het ministerie.

Investeringen benutten

Visserijvrije zones in het hoofdwatersysteem vergroten de kans dat trekvissen ongeschonden Nederland in kunnen zwemmen. Hierbij worden ook de migratievoorzieningen, die waterschappen voor miljoenen euro’s hebben aangelegd, benut. Kleinere zones in het hoofdwatersysteem dragen hier minder aan bij, waardoor ook investeringen van waterschappen minder zullen renderen.

Alleen in regionale watersysteem

Voor de sportvissers zijn nog geen landelijke maatwerkzones afgesproken. Er is alleen een gezamenlijk voorstel gemaakt voor maatwerkzones in het regionale watersysteem van waterbeheerders en sportvisserij samen. Als deze maatwerkzones voor het regionale watersysteem er komen, zouden die ook gelden voor de beroepsvissers.

Visserij vrije zones Haringvlietsluizen

Eind 2023 kwam er, mede door druk van Duitse natuurorganisaties, een visserijvrije zone van 1500 meter aan beide zijden van de Haringvlietdam, voor zowel beroeps- als sportvissers. In juli 2020 kondigde de toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Carola Schouten (ChristenUnie) het plan al aan, maar eerst wilde zij laten onderzoeken hoeveel trekvissen er daadwerkelijk gevangen worden rondom de sluizen. Sinds 1 april 2011 was de visserij met fuiken op paling en wolhandkrab binnen 500 meter van de Haringvlietdam verboden, in verband met een te hoog dioxinegehalte.

Kierbesluit Haringvlietsluizen in 2018

Zes natuurorganisaties, in samenwerking met Rijkswaterstaat en sportvissers, hadden in het Droomfondsproject bijna 27 miljoen euro bij elkaar gebracht om het openen van de Haringvlietsluizen aan te grijpen voor natuur- en recreatieprojecten. Monitoringsonderzoek van RWS laat zien dat de trekvissen de kieropeningen weten te vinden. “Er zijn verschillende soorten trekvissen, zoals bot, glasaal, spiering en haring, waargenomen bij de Haringvlietsluizen. Dat is een positief signaal. Maar we kunnen hier nog geen conclusies aan verbinden. Hiervoor is meer onderzoek nodig”, aldus RWS in het onderzoeksrapport. Tegelijkertijd moet RWS ervoor zorgen dat er niet te veel zout water in het Haringvliet komt. Dit is belangrijk vanwege de zoetwatervoorziening voor omwonenden en de landbouw.