De provincie Zuid-Holland zet samen met DCMR Milieudienst Rijnmond en vier andere omgevingsdiensten een onderzoek op om inzicht te krijgen in stoffen die via indirecte lozingen in het oppervlaktewater terechtkomen. De focus ligt op stoffen die een probleem voor de Kaderrichtlijn Water vormen. Het onderzoek loopt tot de zomer van 2025.
Indirecte lozingen ontstaan wanneer bedrijven afvalwater met vervuilende stoffen via het riool lozen. Hierbij gaat het onder meer om Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS).
Bedrijven weten vaak niet dat ze ZZS lozen. Dat heeft meerdere oorzaken. Zo bevatten sommige producten of grondstoffen ZZS zonder dat dit duidelijk is aangegeven op veiligheidsinformatiebladen en productetiketten. Verder zijn er voor veel van deze stoffen geen landelijke normen, blijkt uit een recent artikel in het STOWA ezine.
Watermonsters nemen
DCMR en vier andere omgevingsdiensten gaan watermonsters volgens NEN-normen nemen bij veertig bedrijven in Zuid-Holland, waarvan twintig in het DCMR-gebied. De selectie is gebaseerd op de geldende milieuvergunningen en stoffen die een probleem vormen om de doelen van de KRW in 2027 te halen.
Zuid-Holland
Binnen Zuid-Holland zijn ongeveer 200 bedrijven die onder het bevoegd gezag van de provincie vallen. Het aantal bedrijven die onder gemeentelijk bevoegd gezag vallen in DCMR-gebied is veel groter en gaat om ongeveer 35.000 bedrijven. Hiervan is 1 procent relevant voor wat betreft de indirecte lozingen, laat DCMR weten.
Samenwerking en vervolg
Het project vereist nauwe samenwerking met gemeenten en waterschappen. De VNG heeft onlangs de Unie van Waterschappen gevraagd om de vergunningverlening, toezicht en handhaving voor indirecte lozingen weer bij de waterschappen onder te brengen omdat er bij gemeenten geen kennis en capaciteit is, blijkt uit bijgaand artikel.
Toezichtplan
DCMR laat weten dat er binnen Zuid-Holland constructief wordt samengewerkt. Daarom wordt de samenwerking vastgelegd tussen provincie, omgevingsdiensten waterbeheerders en een aantal gemeenten. DCMR heeft het afgelopen jaren geïnvesteerd in kennis en capaciteit op het thema Water. Daarnaast wordt al lange tijd een toezichtplan afgestemd met een van de waterschappen.
Waterschappen verdeeld
DCMR weet dat de waterschappen verdeeld zijn in het bevoegd gezagstandpunt ten aanzien van lozingen die uitkomen op hun rwzi’s. Dit speelt volgens de woordvoerder minder in Zuid-Holland waarbij de samenwerking voorop staat.
De resultaten helpen volgens DCMR om bedrijven gerichter te ondersteunen of, waar nodig, sancties op te leggen. De opgedane kennis wordt ingezet om beleid te verbeteren en meer grip te krijgen op indirecte lozingen.
Dit past binnen het in 2024 gestarte bredere programma Water van DCMR, gericht op samenwerking en versterking van toezicht.