Storm Éowyn bereikte vandaag met orkaankracht de kust van het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Waar het in Nederland gemiddeld eens in de vijftig jaar ernstig misgaat, gebeurt dit in Engeland gemiddeld eens in de twee jaar. Volgens kustbeschermingsexpert Jaap Flikweert van Royal HaskoningDHV maakt Éowyn duidelijk dat het VK qua watermanagement nog veel kan leren van Nederland.
Storm Éowyn, genoemd naar een personage uit ‘In de ban van de Ring’, begon op vrijdagochtend 24 januari aan zijn doortocht van de Britse eilanden. Om 5.50 uur lokale tijd werd aan de Ierse westkust een windstoot van 184 kilometer per uur gemeten, een record. Het vorige record werd in 1945 waargenomen: 182 kilometer per uur.
Veel verstoringen
Het openbare leven kwam zo goed als stil te liggen. Meteen al zaten meer dan een half miljoen gezinnen in Ierland zonder stroom. In Schotland reden geen treinen en overal op de eilanden werden vliegtuigen aan de grond gehouden. Scholen bleven dicht en mensen werd gevraagd om thuis te werken. Er is ook geen post rondgebracht. Onder andere door omvallende bomen ontstond er bovendien veel hinder voor het verkeer. In Ierland reden tijdens de ochtendspits geen bussen of treinen en de Ierse en Britse spoorwegmaatschappijen spraken van ‘ernstige verstoringen’.
Tekst loopt door onder de afbeelding
![](https://www.waterforum.net/wp-content/uploads/2025/01/Flood-warning-800x538.jpg)
Overstromingen
Er kwamen ook meldingen binnen van overstromingen als gevolg van de storm, met name in het zuiden van Engeland. Op dat punt zou het Verenigd Koninkrijk nog veel kunnen leren van het Nederlandse watermanagement, stelt Jaap Flikweert van Royal HaskoningDHV. Hij weet waarover hij praat: “Als leading professional Coast Resilience werk ik al 26 jaar in Engeland. In 1994 begon ik met werken voor Royal HaskoningDHV op het gebied van kustbescherming en overstromingsrisicobeheer. Mijn werk is om Nederlandse waterinnovaties te vertalen naar de Britse situatie.”
Relatief weinig geld
Zo’n vertaling is nodig, want je kunt in het Verenigd Koninkrijk niet een-op-een het ‘Nederlandse model’ uitrollen. “Omdat de Engelse bevolking veel groter is dan de Nederlandse, treffen zware stormen zoals Éowyn relatief gezien minder mensen en is de schade een veel kleiner deel van het BNP dan het hier zou zijn”, zegt Flikweert. “Dat maakt enorm uit. In Nederland lopen 10 miljoen mensen risico en heb je direct een miljard euro schade per jaar als je het watermanagement niet op orde hebt. De Engelse drainage boards zijn vergelijkbaar met een Nederlands waterschap van vijftig jaar geleden. Het zijn kleine organisaties met relatief weinig geld en weinig armslag.”
Waterschappen vs. Brits model
Nederlandse waterschappen zijn niet vergelijkbaar met het Britse model, benadrukt de kustbeschermingsexpert. “In ons land is duidelijk dat water een ‘matter of survival’ is; er is politiek profiel en budget beschikbaar en we investeren in innovatie. Bijvoorbeeld bij Nederland Rivierenland en het project de Meanderende Maas. In Engeland is de realiteit dat niet ál het water verdedigd kan worden. Mensen moeten daar leren leven met overstromingen en huizen moeten worden verplaatst. Toen ik bij de overstromingen in 2014 commentaar mocht geven op Channel4, was mijn belangrijkste advies: ‘Double your budgets!’ En dat deden ze. Het Nederlandse model is in Engeland niet letterlijk te kopiëren, dat zou veel te complex en te duur worden in zo’n groot land. Maar je kunt de Nederlandse kennis wel aanpassen naar de Engelse setting.”
Dorp opgegeven
Het dorpje Fairbourne in Wales is exemplarisch, stelt Flikweert: “Met de zeespiegelstijging is het dorpje niet langer te handhaven en staat het over dertig jaar onder zeeniveau. Als je zolang wacht, dan is er kans op een ramp. Je moet dus zorgen dat mensen nu al gaan verhuizen en zo anticiperen op het stijgende water.”