Op 1 januari is dan eindelijk de Omgevingswet in werking getreden en zijn alle wetten over de fysieke leefomgeving samengebracht. Zo ook grote delen van de Waterwet. Alle waterschappen zijn druk bezig geweest om een Waterschapsverordening op te stellen. De verwachtingen zijn hooggespannen, omdat de Omgevingswet de decentrale overheden in staat stelt hun besluitvorming onderling sneller af te stemmen. Het ‘ja, mits’-beginsel vraagt wel een grotere alertheid van de waterschappen.
In 2009 bracht de Waterwet acht wetten samen die te maken hadden met het waterbeheer. Eén wet voor het beheer van oppervlaktewater en grondwater. De Waterwet regelt de procedurele en inhoudelijke aspecten van het nationale waterplan en het beheerplan voor de rijkswateren, plus enkele inhoudelijke aspecten van de plannen in verband met implementatie van de Kaderrichtlijn Water en de Richtlijn overstromingsrisico’s. Dat blijft bestaan, maar de Waterwet is per 1 januari voor een groot deel opgegaan in de Omgevingswet.
Verordeningen
De nieuwe wet heeft juridisch veel consequenties voor de waterschappen. Zo hebben de keurbesluiten en de Algemene Besluiten plaatsgemaakt voor de Waterschapsverordening, die beter aansluit bij de formuleringen van de regels bij andere overheden. Vorig jaar hebben alle waterschappen hun nieuwe verordening opgesteld en ingevoerd. Een tweejarig overgangsrecht geeft de waterschappen de tijd om die verordening nog uit te werken.
Burger centraal
De invoering van de Omgevingswet heeft een tijd op zich laten wachten, omdat het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) nog niet klaar was. Dit stelsel geeft burgers en bedrijven toegang tot één loket waarin alle regels voor de fysieke leefomgeving zijn samengebracht. Zo is voor een specifieke locatie in één oogopslag te zien welke regels er gelden en of er voor een bepaalde activiteit een vergunning nodig is. Burgers en bedrijven kunnen een kaart raadplegen en aan de hand van een beslisboom een vergunningscheck doen. Het DSO-loket laat direct zien of ze bij hun waterschap, hun gemeente, hun provincie of het Rijk een vergunning moeten aanvragen voor hun geplande activiteit, of een melding moeten doen. Via het loket kunnen ze eerst een conceptaanvraag laten toetsen. Vervolgens kan via het DSO-loket de betreffende vergunning ook definitief worden aangevraagd. Die gaat dan naar één bevoegd gezag, dat de aanvraag afstemt met de andere overheden.
Meer meldingen
Een andere grote verandering is dat de Omgevingswet voor milieuvergunningen overstapt van het beginsel ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, mits’. Voorheen was een activiteit verboden als niet aan een aantal regels werd voldaan. De Omgevingswet draait het beginsel nu om en stelt dat een activiteit in beginsel is toegestaan tenzij er regels zijn die er beperkingen aan stellen of het expliciet verbieden. Voor een groot aantal standaard activiteiten geldt nu een meldingsplicht, waar voorheen nog een vergunningsplicht gold. Waterschappen zullen veel alerter op die meldingen moeten reageren, omdat anders de initiatiefnemer al met de activiteiten aan de slag gaat.
Uitvoering Kaderrichtlijn Water
De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) waarschuwde in mei vorig jaar voor de gevolgen van dit nieuwe beginsel bij het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water. In de adviesbrief ‘Goed water goed geregeld’ wees de raad IenW-minister Harbers erop dat veel vergunningplichten voor het waterbeheer vervangen gaan worden door algemene regels. Het zal moeilijker worden om maatwerkvoorschriften in te zetten om de KRW-doelen te kunnen halen, stelde de Rli. De Omgevingswet zet in op een meer generieke regionale aanpak voor de verbetering van de waterkwaliteit.
Pleidooi voor toezicht
De Rli twijfelt aan het effect hiervan en adviseert aanscherping van de algemene regels, onder andere voor meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, het lozen van gevaarlijke stoffen en voor grondwateronttrekkingen. Ook pleit de Rli voor een goed toezicht op de gemelde activiteiten. Zo moet snel duidelijk worden of uit een melding blijkt of de KRW-doelen wel lokaal bereikt kunnen worden of dat er maatwerkvoorschriften nodig zijn. Pas als de KRW-doelen zijn bereikt, zouden de regels voor het betreffende gebied kunnen worden versoepeld, zo schrijft de Rli.
Meer informatie over de Omgevingswet en het waterbeheer is te vinden op de website van het Informatiepunt Leefomgeving.