Rijnland testte recent twee tijdelijke pompen bij gemaal Palenstein in Zoetermeer. Deze krachtige pompen kunnen, tijdens piekbuien, 57 kuub water per minuut extra verplaatsen van de polder naar de boezem. De tijdelijke pompinstallatie kan binnen vier uur klaar zijn voor gebruik bij calamiteiten.
Bij Gemaal Palenstein in Zoetermeer is onlangs een nieuwe tijdelijke pompinstallatie getest. Gemaal Palenstein pompt het water van polder De Noordplas naar de Rijnlandse boezem. De tijdelijke pompen kunnen ingezet worden bij dreigende wateroverlast door bijvoorbeeld piekbuien. Samen kunnen deze pompen 57 kuub water per minuut extra verplaatsen van de polder naar de boezem.
Inzet bij wateroverlast
De tijdelijke pompen zorgen er dus voor dat er meer water van Polder de Noordplas naar de Rijnlandse boezem kan gaan. Tussen de polder en de boezem zit een hoogteverschil van 6 meter en de afstand is 100 meter. Om te zorgen dat de krachtige Pennacchoi TP500 pompen het water kunnen verplaatsen, zijn tractoren nodig van minimaal 150 pk.
Waterkwaliteit Zoetermeerse Plas
Voorheen werd water bij noodsituaties afgevoerd naar de Zoetermeerse Plas. Door het hoge fosfaatgehalte in het water, is dit echter niet meer wenselijk. Fosfaat kan ervoor zorgen dat algen in het water gaan groeien, wat slecht is voor de waterkwaliteit en het milieu. Daarom is nu een andere ‘route’ via de tijdelijke pompen aangelegd om deze problemen te voorkomen.
Een pomp liet los
Een deel van de leidingen is permanent aanwezig, terwijl de rest bij noodsituaties snel wordt aangevoerd. De recente test liet zien dat het systeem goed werkt, ondanks een kleine storing waarbij één pomp losraakte. Daarom is het altijd goed om te testen. Dit soort oefeningen helpen om eventuele problemen te ontdekken en te verhelpen, zodat de kans kleiner is dat er iets fout gaat tijdens een calamiteit.
Maatregelen bij wateroverlast
Deze test met tijdelijke pompen is hoognodig voor het waterschap om in te kunnen zetten bij dreigende wateroverlast door bijvoorbeeld piekbuien. Ook andere waterschappen zetten vaak tijdelijke pompen in bij wateroverlast. Rond 10 september viel op sommige plaatsen in het werkgebied van Delfland maar liefst 50 mm regen. Het waterschap Delfland besloot daarop de binnenstad van Delft af te sluiten met acht stuwen in de gracht, om te voorkomen dat het peil verder mee zou stijgen met het water in de kanalen. In de Hooipolder bij Den Hoorn zette het waterschap een noodpomp in. Ook zette het waterschap als voorzorgsmaatregel meerdere waterbergingen in. Delfland gebruikte al het Kraaiennest vlakbij De Lier in als waterberging.
Video
Bekijk de video over de test met de tijdelijke pompen bij gemaal Palenstein van Rijnland.