Nederlanders hebben vertrouwen in het waterbeheer, maar bijna driekwart van hen maakt zich zorgen over weersextremen en de gevolgen daarvan, zoals wateroverlast, overstromingen en droogte. Ook zijn er twijfels over de beschikbaarheid van schoon drinkwater in de toekomst. Opmerkelijk genoeg verwachten veel Nederlanders dat dit vooral ‘anderen’ zal treffen.
Dat blijkt uit de nieuwe Waterpeilmeting die dit jaar is uitgevoerd. Waterpeil is een publieksmonitor waarmee het waterbewustzijn en gedrag van Nederlanders in kaart wordt gebracht. Het is een initiatief van Ons Water, een samenwerkingsverband van waterschappen, waterbedrijven, watermusea, Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Unie van Waterschappen, Vewin, VNG, IPO en het Nationaal Deltaprogramma. Waterpeil moet inzichtelijk maken of de gekozen uitgangspunten van Ons Water aansluiten op de behoeften en voorkeuren van het publiek.
Beschikbaarheid en betaalbaarheid
Uit het onderzoek van dit jaar blijkt het vertrouwen in de kwaliteit van het waterbeheer in Nederland hoog te zijn. De meeste Nederlanders beschouwen waterbeheer in ons land als belangrijk of zelfs noodzakelijk, en noemen het deskundig. De burgers hebben wel enige twijfels over de beschikbaarheid en betaalbaarheid van voldoende schoon drinkwater in de toekomst en over maatregelen die getroffen worden om wateroverlast te beperken. Zo is slechts 41 procent van de Nederlanders het er mee eens dat er altijd voldoende drinkwater beschikbaar zal zijn in Nederland. Daarnaast vindt een minderheid (38 procent) dat Nederland op dit moment voldoende goed is ingericht om de gevolgen van wateroverlast door hevige regenbuien te voorkomen.
Overlast of overstroming?
Respondenten geven aan afgelopen jaren op verschillende manieren te maken gehad met ‘waterhinder’. Vooral wateroverlast door regen komt vaker voor. Een kleinere groep heeft te maken gehad met een tekort aan drinkwater door droogte of een overstroming van de zee of een rivier. In het algemeen lijkt het waterbewustzijn wat toegenomen. Hier spelen recente gebeurtenissen zoals wateroverlast in het voorjaar, eerdere droge zomers en de overstromingen in Limburg (2021) een rol. ‘Wat opvalt, is dat voor Nederlanders de termen wateroverlast en overstromingen dicht bij elkaar liggen’, schrijven de onderzoekers. ‘Wanneer hiernaar gevraagd wordt, worden de begrippen door sommige Nederlanders door elkaar gehaald.’
Noodsituaties
57 Procent van de burgers ziet bij maatregelen tegen wateroverlast, overstromingen en droogte een grote rol weggelegd voor de overheid en het bedrijfsleven, maar is zich tegelijk bewust van de eigen verantwoordelijkheid. Nog niet veel mensen hebben zélf maatregelen genomen om de gevolgen van wateroverlast en droogte te voorkomen en zich voor te bereiden noodsituaties, blijkt uit de Waterpeilmeting. Slechts een kleine groep heeft bijvoorbeeld een groen dak, of een checklist voor bij een evacuatie. Maar veel mensen zeggen wel bereid te zijn om dergelijke maatregelen te nemen in de toekomst. Ook zouden ze bijvoorbeeld bereid zijn om bij een dreigend watertekort minder water te gebruiken als de overheid dat vraagt. Bijvoorbeeld door korter te douchen of minder vaak de tuin te sproeien. De onderzoekers stellen echter vast dat, vergeleken met voorgaande metingen, het vertonen van waterbewust gedrag en de intentie om dit gedrag te vertonen, niet zijn toegenomen.
Ver van mijn bed
Bijna driekwart van de burgers maakt zich enigszins of veel zorgen over het veranderende klimaat in Nederland. Zij verwachten ook dat er daardoor meer weersextremen zullen plaatsvinden; met mogelijke gevolgen voor henzelf. Maar het is voor velen toch nog ver van hun bed: ze verwachten die problemen vooral op de langere termijn, en in andere regio’s. Ook verwachten ze vaker gevolgen voor openbare voorzieningen dan voor zichzelf. Wateroverlast en een tekort van water in de natuur worden als reëel beschouwd; een tekort aan drinkwater veel minder.
Regionale verschillen
‘Het waterbewustzijn, de houding en het gedrag van Nederlanders loopt uiteen’, stellen de onderzoekers vast. ‘De resultaten laten zien dat de situatie en het waterbewustzijn sterk kan verschillen tussen regio’s (zoals evacuatiegebieden). Zo wordt het risico van een overstroming in het evacuatiegebied Maas in Limburg veel sterker beleefd dan in andere evacuatiegebieden. Dit vraagt om een aanpak op maat, die ook rekening houdt met de verschillende houdingen en behoeften van diverse leefstijlen, om burgers goed te bereiken.’