Het mestbeleid heeft vanaf 1986 wel tot verbetering geleid, maar de dalende trends lijken af te zwakken en daarom zijn verdere maatregelen nodig. Want in de helft van de Nederlandse landbouwgebieden is de waterkwaliteit in sloten en beken onvoldoende, blijkt uit onderzoek van Deltares. De Unie van Waterschappen roept het Rijk op de regie op te pakken.
Watervervuiling door mest vanuit de landbouw moet structureel aangepakt worden. Dit vraagt om regie op mestbeleid door het Rijk en meer maatregelen om de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water te behalen, benadrukt de Unie van Waterschappen. Uit nieuw onderzoek van Deltares naar aanwezige nutriënten in oppervlaktewater nabij landbouwgebieden blijkt dat concentraties van nutriënten op ongeveer de helft van die locaties te hoog zijn. De gekozen locaties liggen in waterlopen waar meststoffen uit de landbouw de grootste invloed hebben. In een ongunstig jaar voldoet slechts een kwart van de sloten en beken aan de milieueisen. Bovendien voldoet de waterkwaliteit niet onder alle weersomstandigheden aan de norm, blijkt uit meetanalyses van Deltares.
Meetnet geactualiseerd tot 2024
In landbouw specifiek oppervlaktewater zijn van 2010 tot 2012 door de waterschappen, Deltares en het ministerie van IenW metingen uitgevoerd met een speciaal opgezet meetnet. Dit zogenoemde Meetnet Nutriënten Landbouw Specifiek Oppervlaktewater (MNLSO) kon de waterkwaliteit monitoren door nutriënten als stikstof en fosfor te meten in het oppervlaktewater. Deltares heeft nu in het vervolgonderzoek dit meetnet geactualiseerd met gegevens voor de periode tot en met 2023. Voor het vervolg zijn 172 bestaande meetlocaties van alle waterschappen geselecteerd, die landbouw als enige antropogene bron van nutriënten hebben. Voor zowel stikstof als fosfor blijkt dat de gemeten concentraties op ongeveer de helft van die locaties te hoog zijn.
Stikstofdaling vlakt af
De stikstofconcentraties laten op 70% van de MNLSO-locaties een significantie neerwaartse trend zien over de gehele periode tot en met 2023. Op landelijk niveau daalde de stikstofconcentratie met een mediane helling van 0,42 milligram per liter per decennium, maar sinds 2010 vlakt deze neerwaartse trend wat af. De fosforniveau´s dalen minder hard, slechts met 0,017 milligram per liter per decennium, maar wel is vastgesteld dat de totale fosforhoeveelheden stijgen op de MNLSO-locaties waar de concentraties al relatief hoog zijn.
Invloed weersextremen
De waterkwaliteit moet ook onder alle weersomstandigheden aan de norm voldoen. Maar dat is nu niet het geval, blijkt uit meetanalyses van Deltares. Weersextremen hebben vooral invloed op de toestand voor de totale stikstofhoeveelheden in de bodem. In relatief droge zomers (2020 en 2022) waren er minder overschrijdingen, en in relatief natte zomers (2021 en 2023) juist meer. Extreem natte condities in de zomer zorgden dus voor hogere nutriëntenconcentraties in oppervlaktewater in landbouwgebieden. Daarnaast is warmer water gevoeliger voor meststoffen doordat er eerder algenbloei en zuurstofloosheid ontstaat.
Regionale verschillen
De fosforconcentraties stijgen in het kleigebied sinds ca. 2010. Ook stijgen de fosforconcentraties in de KRW-deelstroomgebieden van de Maas, Rijn-West en Schelde. In het Schelde-stroomgebied neemt sinds ca. 2012 ook de hoeveelheid stikstof in het oppervlaktewater toe.
Verbetering waterkwaliteit zwakt af
Het overschot aan stikstof en fosfor in het oppervlaktewater kan leiden tot giftige algenbloei, vissterfte en een afnemende biodiversiteit. De geselecteerde meetlocaties met een voldoende lange meetreeks (145 locaties) laten een langzame verbetering van de waterkwaliteit zien. Het gevoerde mestbeleid heeft dus effect, maar de dalende trends lijken in de meer recentere jaren af te zwakken. In een aantal wateren blijkt uit de trend dat de waterkwaliteit zelfs achteruitgaat en op de helft van de locaties voldoen de concentraties dus nog niet aan de gestelde doelen.
Metingen nuttig voor mestbeleid
Met de gegevens uit het meetnet worden toestand- en trendanalyses uitgevoerd. Deze analyses kunnen worden gebruikt bij verkenningen naar regionaal waterbeheer en voor nationale en EU-rapportages, zoals de Evaluatie van de Meststoffenwet en de Nitraatrichtlijnrapportage.
Ondanks dat het mestbeleid in het algemeen effectief bijdraagt aan de waterkwaliteit, is voor het halen van de waterschapsnormen en/of het ombuigen van opwaartse trends voor veel gebieden nog een extra inspanning nodig en komt de KRW- deadline van 2027 te vroeg. De Unie van Waterschappen roept het ministerie van LVVN dan ook op dit jaar nog maatregelen op te nemen in het achtste Actieprogramma Nitraatrichtlijn om te voorkomen dat nutriënten in het water terechtkomen.