De provincie Overijssel wil nadrukkelijk verder kijken dan alleen de natuur- en waterdoelen bij de uitvoering van het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). De sociale cohesie, de economie en perspectief voor de landbouw zijn net zo belangrijk. De provincie vraagt voor deze uitvoering 5 miljard euro van het kabinet. Ook verwacht het dat het kabinet met een fonds komt voor langjarige vergoedingen om het beheer van bijvoorbeeld landschapselementen te kunnen verstrekken aan boeren.

De startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) is in juni 2022 door het kabinet gepubliceerd en daarin is aangegeven hoe de provincies voor natuur, water en klimaat tot lange termijn gebiedsplannen kunnen komen. De provincies hebben daar nog tot 1 juli 2023 de tijd voor, waarna het Rijk het hele NPLG-programma definitief vaststelt. De provincie Overijssel neemt het voortouw en benadrukt dat het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) grote impact zal hebben op het platteland, de agrarische sector, maar ook op de maatschappij als geheel. Met de denkkracht en de inventiviteit van Overijsselse inwoners, ondernemers en organisaties wil de provincie bij het vormgeven van de plannen met alle betrokkenen in een gebied gezamenlijk zoeken naar de meest passende uitvoering.

Ingrijpende doelen water

Om de gestelde natuur- en waterdoelen te halen, wil provincie Overijssel de uitstoot van stikstof en broeikasgassen terugdringen, natuur en bodem robuuster maken, maar ook de waterkwaliteit verbeteren. Tegelijkertijd moet dit ook een duurzaam toekomstperspectief voor (agrarisch) ondernemers scheppen.
Juist omdat de doelen zo ingrijpend zijn, is het belangrijk dat alle opgaven die er liggen in één keer, goed en breed gedragen opgepakt worden. Zo zullen de beekdalen in Twente moeten worden hersteld en de bodemdaling in het veenweidegebied in Noordwest Overijssel verminderd worden. Dit betekent dat de landbouw in Overijssel de komende jaren meer grondgebonden moet worden. Om dat te bereiken zal het allergrootste deel van de vrijkomende grond voor de landbouw beschikbaar moeten blijven.

5 miljard euro

In totaal stelt Overijssel dat voor een zorgvuldige en gedegen uitvoering van het PPLG een financiële rijksbijdrage van circa 5 miljard euro noodzakelijk is. Dit bedrag wordt nader onderbouwd in de startversie van het PPLG.
Verder verwacht Overijssel van het Rijk dat naast voldoende tijd voor ingrijpende en complexe gebiedsprocessen, ruimte voor gebiedsgericht maatwerk er ook een fonds komt om langjarige vergoedingen voor het beheer van bijvoorbeeld landschapselementen te kunnen verstrekken aan boeren.

Vervolg startnotitie

De startversie van het PPLG biedt denkrichtingen die een voorbeeld schetsen hoe de doelen behaald kunnen worden, maar het spreekt voor zich dat er veel meer routes mogelijk zijn. Het is aan de gebieden en de individuele ondernemers om uiteindelijk te bepalen hoe de doelen het best gerealiseerd kunnen worden. De provincie is ervan overtuigd dat het PPLG alleen uitvoerbaar is als alle betrokkenen, overheden en niet-overheden samen werken vanuit een sterk partnerschap.