De nieuwe kostenverdeling die het Dagelijks Bestuur van Waterschap Brabantse Delta wil doorvoeren, leidt tot verzet bij een groot deel van de oppositiepartijen. Volgens vijf partijen bevoordeelt de nieuwe kostenverdeling de bedrijven en agrariërs in West-Brabant en draaien de burgers op voor de hogere lasten. De gebruikte cijfers in het persbericht zijn echter niet juist, laat het waterschap weten. Het zou gaan om een stijging van 9,2% in de kosten voor burgers en 9,8% voor boeren. Bovendien vindt werkelijke besluitvorming pas in het najaar plaats, benadrukt het bestuur.
Op 25 juli 2023 publiceerde Waterschap Brabantse Delta het voorstel voor de nieuwe kostentoedelingsverordening. Burgers zouden bijna een derde van de totale lasten moeten gaan betalen, zo’n 11%. Oppositiepartijen PvdA, Partij voor de Dieren, 50PLUS, AWP en de fractie Natuurterreinen (geborgde zetels) laten in een persbericht weten tegen de voorgestelde verhoging voor ingezetenen te zijn van het waterschap. Tegelijkertijd zouden (agrarische) bedrijven minder gaan betalen. Het bestuur heeft inmiddels laten weten dat er rekenfouten zijn gemaakt en de getallen dichter bij elkaar liggen. Het gaat om een stijging van 9,2% in de kosten voor burgers en 9,8% voor boeren.
Persbericht oppositie
Met als titel ‘Zoals we al vreesden, wordt de landbouw ontzien ten koste van de eigen burgers’, reageren de partijleden op het voorstel. “Helaas moeten we constateren dat deze coalitie bewust alle mogelijkheden onbenut laat om de lasten gelijkmatiger te verdelen. Sterker nog, de burger betaalt de hoofdprijs om het waterschap als belangenbehartiger van het (agrarisch) bedrijfsleven te laten fungeren”, begint Annemiek Jetten, lid algemeen bestuur (PvdA), de brief. De oppositie gaat uit van een voorgestelde stijging van 3,3 procent van het kostenaandeel voor burgers, dat komt neer op 11,11 procent van 29,7 procent. Dat is bijna een derde van de totale lasten. Volgens de partijen is dit een trend van de laatste jaren, waarbij de kosten voor de categorie ingezetenen keer op keer verder stijgen ten opzichte van de agrarische categorie ‘ongebouwd’.
Reactie bestuur
Dagelijks bestuurslid Karin van den Berg, portefeuillehouder financiën, reageert met: “De stellingname van de fracties AWP, 50PLUS, PvdA, PvdD en Natuurterreinen over de herziening van de kostentoedelingsverordening is feitelijk onjuist. We gaan als waterschap veel investeren in stedelijk water en in natuur en dat vertaalt zich inderdaad in een hogere tariefstelling. Puur cijfermatig is de gemiddelde stijging in de kosten voor onze burgers echter 9,2%, terwijl dat voor de boeren 9,8% is. Dat wil ik graag even rechtzetten.”
Kadernota
Het bestuur kiest ervoor om het gesprek over de nieuwe kostentoedeling te voeren in het debat over de kadernota, die later dit jaar volgt in de Algemene Vergadering. Van den Berg wijst er voorts op dat het hier niet om een besluit gaat, maar om een voorstel dat momenteel ter inzage ligt en waar de besluitvorming op een later tijdstip over plaatsvindt.
Vanaf eind juli ligt het voorstel voor de nieuwe kostenverdeling ter inzage, tot 3 september 2023 kan er nog bezwaar worden gemaakt met een zienswijze.
Waterschap Vallei en Veluwe
Ook bij Waterschap Vallei en Veluwe is een voorstel ter inzage over de nieuwe kostentoedeling die per 1 januari 2024 ingaat. Hierbij wil het waterschap de ingezetenenheffing juist verlagen van 40 naar 34,6%, dus burgers gaan minder betalen. Ten onrechte, reageert LTO Noord aan het waterschap. “We missen de inhoudelijke motivering en onderbouwing op dit voorgenomen besluit vanuit het waterschap”, zo staat in de reactie van LTO aan het waterschap. LTO is van mening dat met de nu voorliggende verordening de kostentoedeling in onbalans is geraakt. Maar, zij gaat daarbij voorbij aan het feit dat de nieuwe kostentoedeling bij Vallei en Veluwe gebaseerd is op de ontwikkelingen van de afgelopen 5 jaar. “Voor de beoordeling van de nieuwe kostentoedeling, moet je daarom naar de verordening van 5 jaar geleden kijken”, benadrukt Ron van Megen van AWP (Vallei en Veluwe). “Afgelopen 5 jaar zijn de kosten voor het watersysteem bij Vallei en Veluwe met 32% gestegen. Dus als je daar vanuit gaat, betekent dit voor de verschillende belangengroepen dat als LTO Noord z’n zin krijgt huishoudens 42% meer gaan betalen, de landbouw (binnen de categorie: onbebouwd) 11% meer, en het bedrijfsleven (binnen de categorie: gebouwd) maar liefst 29% minder.” Kortom, de landbouw wordt dan onevenredig bevoordeeld t.o.v. de huishoudens. “Dat kan toch niet de bedoeling zijn?”
“Dat het bedrijfsleven minder gaat betalen, heeft te maken met de explosief gestegen WOZ-waarde van woningen (de belastinggrondslag) in de afgelopen 5 jaar. Daar is niets aan te doen”, aldus Van Megen. “Een voor alle belanghebbenden evenwichtige lastendrukontwikkeling is duidelijk niet in het belang van LTO Noord.”
Waterschap BD nacalculatie
Van Megen voegt nog toe dat ook bij Waterschap Brabantse Delta de kostentoedeling volgens hem onevenredig is verdeeld. “Ook hier moet je de cijfers vergelijken met 5 jaar terug. Nacalculatie laat zien dat huishoudens 30% meer gaan betalen dan 5 jaar geleden. Landbouw betaalt als groep slechts 22% meer.” De conclusie van de oppositie sluit hier dus bij aan.
