Op 25 februari was het exact 25 jaar geleden dat er in Bovenkarspel een grote uitbraak was van de veteranenziekte. Een kwart eeuw later is legionella nog niet onder controle. In tegendeel, het aantal ernstig zieke patiënten door legionella neemt snel toe. Volgens onderzoeksinstituut KWR zou de focus voor wat betreft de mogelijke besmettingsbronnen moeten verschuiven van leidingwaterinstallaties naar koeltorens.
Ernstig zieken
Bezoekers van de Westfriese Flora in Bovenkarspel raakten in februari 1999 besmet via verneveld water uit een bubbelbad dat was gevuld met water uit een brandslang waarin zich de agressieve Legionella pneumophila-bacterie had ontwikkeld. Het leidde destijds tot 206 ernstig zieken en 32 doden. Het vijfentwintigjarig ‘jubileum’ van deze ramp was voor verschillende Nederlandse media aanleiding om te kijken hoe het er nu voor staat met de legionellabesmettingen. Het AD meldt bijvoorbeeld dat vorig jaar zeker negenhonderd mensen met een ernstige longontsteking in het ziekenhuis belandden, tientallen daarvan zijn overleden.
Klimaatverandering
‘In tien jaar tijd belandden ruim drie keer zoveel mensen door de legionellabacterie in het ziekenhuis’, schrijft het AD. ‘Het RIVM weet niet precies waardoor dat komt, omdat het vaak lastig is de besmettingsbron te achterhalen.’ Oesterholt stelt dat ook KWR niet weet wat de reden is van de toename. “We kunnen daar voorlopig alleen maar naar gissen. Mogelijk is er een invloed van klimaatverandering, met meer warmere en vochtige periodes waardoor er meer groei plaatsheeft van legionella in watersystemen en legionella zich via aerosolen beter kan verspreiden. Er zijn inderdaad zomermaanden geweest die warm en vochtig waren en tegelijkertijd een hoog aantal legionellose patiënten lieten zien. Dus daar ligt waarschijnlijk wel een verband.”
Over het hoofd gezien
Maar het is volgens Oesterholt ook zeer wel mogelijk dat er nog steeds een of meer bronnen over het hoofd worden gezien. “Tot de uitbraken in 2017/2018 wisten we bijvoorbeeld ook niet dat sommige aerobe biologische zuiveringen zo’n belangrijke bron voor vermeerdering en verspreiding van legionella kunnen vormen”, stelt hij.
Brononderzoek is lastig
Met brononderzoek zelf houdt KWR zich niet bezig, maar Oesterholt begrijpt heel goed dat het RIVM meldt dat dat erg lastig is: “Dat heeft veel verschillende redenen. Vaak is het moeilijk om bij de zieke patiënten sputum te verzamelen, zodat vaak geen legionella-isolaat kan worden verkregen. Dat heb je nodig om te kunnen matchen met een bron. Daarnaast zijn mensen vaak te ziek om een vragenlijst te beantwoorden om te onderzoeken waar ze overal zijn geweest. Verder is er een incubatietijd van meestal 5 tot 6 dagen, zodat als je gaat zoeken naar een eventuele bron, die in de tussentijd al geen bron van legionella meer is.”
Hij wijst nogmaals op het ontbreken van een verplichte registratie van koeltorens in Nederland: “Ook dat bemoeilijkt de bronopsporing. Koeltorens zijn wereldwijd de belangrijkste oorzaak van legionella-uitbraken.”