![De Europese Raad keurde 12 april de herziene richtlijn rond industriële emissies (IED) goed (foto: EU beeldbank) richtlijn industriele emissies](https://www.waterforum.net/wp-content/uploads/2024/05/D0043324L0017975P001_Council-696x464.jpg)
De Europese Raad keurde 12 april de herziene richtlijn rond industriële emissies (IED) goed. Het betekent dat vergunningverleners strengere lozingseisen kunnen opleggen die gebaseerd zijn op de inzet van de best beschikbare technieken. Maar of dat ook gaat gebeuren is nog maar de vraag want het is nog niet duidelijk wat deze technieken mogen kosten.
De best best beschikbare technieken zijn continu in ontwikkeling. Daarom moet de Europese Commissie BREF’s regelmatig herzien. Het acroniem BREF staat voor BAT Reference (Best Available Techniques ofwel best beschikbare techniek.
In deze lijvige documenten van soms wel honderden pagina’s staan de best beschikbare technieken beschreven die een bedrijf kan toepassen om de lozing van chemische stoffen in het oppervlaktewater zoveel mogelijk te reduceren. Veel BREF’s zijn echter verouderd. Zo stamt de BREF voor de organische chemie uit 2007. Bovendien komen stoffen, zoals PFAS, nauwelijks aan de orde in de gedateerde BREF’s, omdat de risico’s pas redelijk recent zijn aangetoond.
Kosteneffectiviteit
Het bevoegd gezag kijkt ook naar de kosteneffectiviteit van de inzet van de best beschikbare technieken. Hierbij gaat het om de jaarlijkse kosten gedeeld door de vermeden emissie per jaar, uitgedrukt in euro’s per kilo emissiereductie. Het bevoegd gezag bepaalt daarna of de baten nog opwegen tegen de kosten.
RIVM-rapport
Om deze berekeningen goed te kunnen maken, is het essentieel dat het ministerie van IenW het rapport van het RIVM uit 2021 met kentallen voor kosteneffectviteit voor beperking van ZZS emissies met name voor luchtemissies, maar ook lozingen, in beleid verwerkt. Dat is volgens Maarten de Hoog, voormalig directielid van DCMR Milieudienst Rijnmond en tegenwoordig consultant, vooralsnog nog niet gebeurd.
Worstelende vergunningverleners
De kosteneffectiviteitsdrempels die behoren tot de minst en meest waterbezwaarlijke ZZS liggen grofweg tussen de 1.000 en 10.000 euro per kilogram verwijderde stof voor BBT en dus in principe voor minimalisatiemaatregelen, blijkt uit het rapport. Voor maatregelen om aan de immissietoets te voldoen liggen de waarden voor ZZS grofweg tussen de 10.000 en 100.000 euro per kilogram verwijderde stof voor BBT+. “Ik denk dat er nog weinig vergunningen zijn waarin rekening is gehouden met deze waarden”, aldus De Hoog. Dat is een van de redenen waarom vergunningverleners volgens hem worstelen met de vraag wat een acceptabele techniek is.
Imissietoets
De Hoog wijst verder op het belang van de imissietoets. Als een ontvangend water al te veel van een bepaalde component bevat kan een nieuwe lozing niet worden toegestaan, ongeacht de vraag of maatregelen kosteneffectief zijn of niet. De Hoog denkt dat in de praktijk bij bestaande vergunningen nog weinig op deze manier is getoetst.
Zeer ambitieus kader
Er ligt met de nieuwe richtlijn een zeer ambitieus kader om schadelijke emissies terug te brengen, laat Roy Tummers, directeur Water van VEMW weten. Bevoegde gezagen dienen nu de “strengst mogelijke emissiegrenswaarden vast te stellen die overeenstemmen met de laagste emissies die door toepassing van de BBT’s in de installatie kunnen worden bereikt”.
Haalbaarheidscriteria
De exploitant van de installatie speelt hierbij een cruciale rol. Tummers legt uit dat emissiegrenswaarden worden gebaseerd op een beoordeling door diezelfde exploitant waarin samen met het bevoegd gezag wordt nagegaan of het haalbaar is aan de strengste grenswaarde te voldoen.
“Het is in onze ogen niet meer dan logisch dat er minder strenge emissiegrenswaarden worden gesteld als de exploitant kan aantonen dat het strengste niveau van de bandbreedte niet haalbaar is. Dit roept wel de vraag op welke haalbaarheidscriteria de exploitant moet of kan hanteren. Dit is vooralsnog onduidelijk”, stelt Tummers.
Waterschaarste
Om waterschaarste te bestrijden, komen er verplichte milieuprestatiedoelstellingen voor waterverbruik. “Gezien de uitdagingen op het gebied van de toekomstige beschikbaarheid van water is het goed dat op dit punt de vrijblijvendheid vermindert.” Punt van zorg voor VEMW is de ‘papieren opgaven’ die voorvloeien uit de nieuwe richtlijn, zoals een intensivering van de plan- en verslaglegging.
Toename administratieve lasten
Tummers wijst erop dat industriële bedrijven nu al te maken hebben met tal van eisen op het punt van de duurzaamheidsverslaglegging, zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). De nieuwe richtlijn rond industriële emissies leidt er volgens hem toe dat de administratieve lasten van de betrokken bedrijven nog verder zullen toenemen. Ook krijgen installaties die onder de CSRD vallen mogelijk met dubbele verslagleggingsplichten te maken. Dat is uiteraard onwenselijk, stelt Tummers.