Een van de paneldiscussies over de versnelling die wereldwijd nodig is te komen tot het halen van de Parijs klimaatdoelen, het Sendai-akkoord over het voorkomen van natuurrampen, en het halen van de VN duurzaamheidsdoelen in 2030. V.l.n.r. Piotr Czarnocki van het Poolse milieuministerie, internationaal watergezant Henk Ovink, TU Delft professor Mark van Loosdrecht, directeur Global Water Intelligence Christopher Gasson, manager klimaatadaptatie Kopenhagen Lykke Leonardsen en manager klimaatadaptatie Rotterdam Johan Verlinde. (foto: Twitter).

Veel sprekers op de internationale AIWW-top pleitten op 15 november op het schip de SS in Rotterdam voor het actief ontwikkelen van meer veerkracht tegen klimaatverandering. De snellere opeenvolging van overstromingen en langdurige perioden van droogte vragen om actie. Met nog drie weken te gaan, richtte de bijeenkomst zich vooral op de klimaattop die op 3 december in Katowice in Polen begint.

Een van de sprekers op de AIWW-summit was de Poolse klimaatambassadeur Thomasz Chruszczow. Hij opende de bijeenkomst met een oproep voor meer actie. “De effecten van klimaatverandering verminderen niet door er alleen maar over te praten. Actie door alle landen is het enige dat helpt.” In relatie tot mondiale waterproblemen, ziet Chruszczow de opslag van CO2 in de natuur als enige duurzame oplossing. “Daarom is bescherming van biodiversiteit, herstel van wetlands en de bescherming van zoetwaterbronnen zo belangrijk”, aldus de Poolse klimaatambassadeur. Chruszczow riep op tot een evenwichtige klimaatagenda die zowel de economische ontwikkeling, als de bescherming van de biodiversiteit, bossen, wetlands en waterbronnen aanpakt.

Poolse klimaatgezant Tomasz Chruszczow sprak aan de vooravond van de COP24 in Polen over de opslag van CO2 in de natuur met meer bossen en wetlands. (foto: AIWW/NWP).

Versnelling klimaatadaptatie
Een van de belangrijkste besproken kwesties was de opschaling van maatregelen om het toenemende aantal watergerelateerde rampen het hoofd te kunnen bieden en in 2030 de VN duurzaamheidsdoelen te halen. Directeur Patrick Verkooijen van het nieuw opgerichte Global Centre on Adaptation (GCA) pleitte er voor om de krachten van waterexperts en klimaatexperts te bundelen en samen op te treden als makelaars voor ‘geclusterde pakketten’ van oplossingen zodat die versneld kunnen worden ingevoerd.

SIAAP-directeur Jacques Olivier (links) en Waternet directeur Roelof Kruize (midden) ondertekenen een nieuw Amsterdam Agreement voor het structureel uitwisselen van kennis en ervaring. Toekijkend is directeur Jörg Simon (rechts) van Berliner Wasserbetriebe die al eerder een Amsterdam Agreement heeft getekend met Waternet. (foto: AIWW/NWP).

Twee extra Amsterdam Agreements
Tijdens de vorige AIWW-conferentie in 2017 zijn negen Amsterdam Agreements getekend door consortia die werken aan baanbrekende projecten. Tijdens de AIWW-summit vertelden alle consortia over de voortgang van de samenwerking en hun projecten. In Rotterdam zijn er zelfs twee nieuwe overeenkomsten gesloten. Zo tekenden het Netherlands Water Partnership en de FMO ontwikkelingsbank een akkoord over de financiering van nog meer waterprojecten die bijdragen aan het bereiken van VN duurzaamheidsdoel #6 voor water (SDG#6). Waternet Amsterdam tekende een extra akkoord met de Parijse evenknie SIAAP. Tijdens de AIWW in 2017 sloot Waternet al een Amsterdam Agreement een overeenkomst met Berliner Wasserbetriebe. Nu is daar een soortgelijke samenwerking voor het uitwisselen van kennis en ervaring met Parijs aan toegevoegd.

Nog meer actie
De internationale bijeenkomst in Rotterdam sloeg een brug tussen de editie van de Amsterdam International Water Week (AIWW) in 2017 en de editie die in 2019 zal plaatsvinden. De organisatoren van de AIWW-conferentie verzamelden tijdens de conferentie in Rotterdam input bij een brede groep waterexperts om het programma in 2019 nog actiegerichter te maken. Voorzitter Menno Holterman van het organisatiecomité van de AIWW-conferentie riep de aanwezigen op om ideeën te blijven aandragen om steden sneller klimaatbestendig te maken en te komen tot een circulaire economie.