![nb1003 gazelle 11-12-2019 start heiwerk diensthaven aanleg2](https://www.waterforum.net/wp-content/uploads/2022/05/nb1003-gazelle-11-12-2019-start-heiwerk-diensthaven-aanleg2-696x464.jpg)
Half juni zwaait Theo van de Gazelle bij Rijkswaterstaat officieel af als hoofdingenieur-directeur Zee en Delta. Een 42-jarige carrière loopt ten einde. Van de Gazelle begon zijn loopbaan bij Rijkswaterstaat in het ‘natte’ en eindigt daar nu ook. “Ik heb altijd een passie gehad voor water”, zo laat hij WaterForum weten. In al die jaren heeft hij de organisatie wel zien veranderen.
“Als afgestudeerde van de Technisch Hogeschool Delft in de waterhuishouding viel ik bij Rijkswaterstaat met de neus in de boter en mocht ik bij de regiodirectie Zuid-Holland onderzoek doen naar de verbetering van de waterkwaliteit in Midden-Holland”, zo herinnert Theo va de Gazelle zich de start van zijn 42-jarige carrière bij Rijkswaterstaat. Nu is hij HID Zee en Delta en is hij verantwoordelijk voor het verbinden van land en water in de Zeeuwse Delta en de Noordzee. “De Rotterdamse havens werd steeds groter en dieper waardoor de zoutprop vanuit de Noordzee steeds verder de Nieuwe Waterweg binnendrong.” Dat was in de jaren 80 toen de Deltawerken nog in uitvoering waren. “Het was een tijd dat de organisatie nogal hiërarchisch was. In de jaren 90 werd het allemaal wat losser en zijn de diensten vergaand gedecentraliseerd. We zijn opener en transparanter gaan werken. De laatste jaren is de organisatie weliswaar horizontaal gebleven maar je ziet dat de touwtjes centraal wel wat meer zijn aangetrokken”, zo merkt Van de Gazelle op.
Gelijke voet
In al die jaren heeft hij de relatie met de markt zo’n zelfde slingerbeweging zien maken. “De tijd van de Deltawerken zou ik betitelen als een alliantie van Rijkswaterstaat met de kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Met name bij de bouw van de Oosterschelde. Alle kennis en kunde van de Nederlandse waterbouw is toen gemobiliseerd. In 2001 speelde de Bouwfraude en toen mocht dat absoluut niet meer. Sindsdien ligt de relatie met de markt gevoelig. Die samenwerking is inmiddels weer aangetrokken. Maar Rijkswaterstaat is intussen sterk afgeslankt en er is weinig kennis overgebleven. We zijn daardoor meer een regie partner geworden. Nu zie je die oude samenwerkingsvormen met het bedrijfsleven weer terugkomen. Maar als kleinere organisatie kunnen we minder in brengen dan toen”, constateert .
Hoogte- en dieptepunten
Met een kort uitstapje van vier jaar naar het ministerie heeft Van de Gazelle 38 dienstjaren bij Rijkswaterstaat vol gemaakt. Dat was met hoogtepunten en dieptepunten, zo laat hij weten. Toch is hij altijd bij Rijkswaterstaat in dienst gebleven waarvan de laatste vijf jaar als HID Zee en Delta.
“Een van mijn hoogtepunten is het initiëren van de Programmatische Aanpak Grote Wateren. Dat we in 2016 het akkoord kregen van de ministers van IenW en LNV om een nieuwe impuls te geven aan de waterkwaliteit en aan de verbetering van de ecologie van de Rijkswateren. Ook het programma Slim watermanagement was voor mij een hoogtepunt. We kunnen nu met de nieuwste digitale technieken de stuwen en sluizen in het hoofdwatersysteem beter inzetten om bij droogte de laatste druppels op de plek te krijgen waar die het meest nodig zijn”.
Dieptepunten lagen meer in de persoonlijke sfeer. “Ik zat op de verkeerde plek en had weinig motivatie. Toch heb ik doorgezet en mijn energie teruggevonden.” Rijkswaterstaat verlaten is nooit een serieuze optie geweest. “Ik heb me hier altijd heel erg thuis gevoeld”.
Niet vanzelf
“Je hebt overal wel eens situaties waarin het niet lekker gaat. Dat moet je op de kop toenemen”, zo heeft hij in al die jaren geleerd. “Soms zit er spanning tussen allerlei nobele doelen. Die kunnen elkaar flink in de weg zitten, zoals bijvoorbeeld bij het project Getij Grevelingen waar het lastig is om een oplossing te vinden die zowel de waterkwaliteit als de Habitatrichtlijn dient. Maar dat is juist prachtig om je schouders onder te zetten”.
Aan de jonge generatie wil hij vooral de boodschap meegeven dat niet alles vanzelf gaat. “Als je passie hebt voor water”, zoals hij die zelf al die jaren bij Rijkswaterstaat heeft gehouden, “dan moet je inzet leveren om iets te bereiken. Het is niet morgen klaar. Heb geduld en zet door dan komt er een oplossing.”
Regelmatig verwelkomt hij nieuwe jonge waterprofessionals bij Rijkswaterstaat. “Ik zie dat veel jonge mensen al na een jaar uitgekeken zijn en op zoek gaan naar wat anders. Mijn ervaring is dat je bij Rijkswaterstaat alles kunt bereiken maar het kost tijd. Dus je moet er wel wat voor over hebben”.
Nog een paar weken en dan zwaait hij echt af en gaat hij met pensioen. Maar helemaal weg uit de waterwereld gaat hij niet. Hij is aangesteld om nog twee jaar de bouw van de nieuwe sluis bij Terneuzen af te maken. “Ik ben inmiddels ook gevraagd om voorzitter te worden van de Scheldecommissie. Dat moeten we nog afstemmen”, zo laat hij weten.