2018 was het droogste jaar sinds decennia. Het is nu mei 2020 en de grondwaterstanden gaan al richting het laagste niveau van 2018. De snelheid van de grondwaterdaling is normaal, maar heeft zich al vroeg ingezet. De regen van afgelopen week bood nauwelijks soelaas. Binnen enkele droge dagen is de stijging weer teniet gedaan. Dit blijkt uit een landelijke verkenning van ingenieursbureau Wareco, dat de grondwaterbelangen voor
veel gemeenten en waterschappen vertegenwoordigt.

Schade wordt pas zichtbaar als het te laat is
Op de hoge zandgronden worden de gevolgen hiervan voor de agrarische sector en de natuur ook dit jaar weer duidelijk zichtbaar. Langs de rivieren kunnen net als vorig jaar woningen gaan verzakken door krimp en zwellen van kleilagen. “In het noorden en het westen van Nederland, met dikke klei- en veenlagen, zien we de gevolgen minder duidelijk. Maar ondergronds moet het grootste gevolg zich nog laten zien”, geeft Maarten Kuiper,
business unit manager bij Wareco aan. Hier neemt de kans op extra woningschade door langdurig droogvallende houten funderingspalen met de dag toe. Potentieel gaat het om zo’n miljoen woningen van voor de jaren ‘70.

Droogteschade aan houten paalfunderingen is niet direct merkbaar, omdat het voornamelijk onder de grond plaatsvindt. Ook is het een traag en cumulatief proces, het duurt jaren voordat houten palen beetje bij beetje slapper worden en bezwijken. Onopgemerkt. Totdat de onherstelbare schade in de bovenliggende muren wél zichtbaar wordt. Dan is ingrijpend funderingsherstel vaak niet meer te voorkomen. Met een investering van tienduizenden euro’s per woning als gevolg. “We moeten dus niet wachten op scheuren, maar grondwaterstanden volgen” legt Kuiper uit. “Als de droogte structureel enkele weken langer gaat duren, kan dit ertoe leiden dat houten paalfunderingen zo’n 30 jaar eerder vervangen moeten worden. Dan is elke dag extra droogstand van houten palen er één te veel”.

Mogelijk derde droge zomer op een rij
Wareco vergeleek de grondwaterstand op 27 april met de laagste waarde in 2018 dat aan het eind van de droogte werd bereikt. Gemiddeld is de grondwaterstand nog tussen zo’n 30 en 55 centimeter hoger. De daling bedraagt ongeveer een centimeter per dag. Als de droogte aanhoudt en de temperaturen stijgen, berekenen modellen dat de grondwaterstand in veel gebieden al begin juni lager zijn dan in 2018. De neerslag van afgelopen week resulteerde slechts in een stijging van gemiddeld 1 tot 2 centimeter. Daarbij baseert het
ingenieursbureau zich op de meetgegevens van zeventienduizend peilbuizen verspreid over het hele land. “Het is een tussentijds beeld”, geeft Kuiper aan. “Het is nog vroeg in het droogteseizoen, onze analyse geeft aan wat het risico is als langdurige neerslag uitblijft.” Kuiper benadrukt ook dat er grote lokale verschillen zijn. Er zijn bijvoorbeeld gebieden waar het grondwater slechts enkele centimeters hoger is dan de laagste waarden in 2018.

Het risico onder ogen komen
Kuiper maakt zich het meeste zorgen over de onbekendheid van het funderingsprobleem bij veel bewoners, gemeenten en woningbouwcorporaties. “De bewustwording is de afgelopen twee jaar toegenomen, maar er heerst nog veel onbekendheid. We weten zelfs na twee droge jaren niet goed welke risico’s steden lopen. We moeten echt aan de slag met planmatig funderingsbeheer. Alleen als we de risico’s kennen, kunnen woningeigenaren samen met overheden en ingenieurs planmatig toewerken naar doelmatige oplossingen.
Zoals Actief Grondwaterpeilbeheer en de Urban Waterbuffer, waarbij het regenwater ondergronds wordt gebufferd om het op een later moment weer te gebruiken en funderingsbeheer. Deze maatregelen kunnen we combineren met andere opgaven zoals verduurzaming en klimaatadaptatie. Daar moeten we nu echt werk van maken” aldus Maarten Kuiper van Wareco.