De populatie Amerikaanse rivierkreeften in Nederland is sinds 2005 meer dan vertienvoudigd. Dat blijkt uit cijfers van Stichting EIS, het kenniscentrum voor insecten en andere ongewervelden. Bestrijden is volgens kreeftenexperts niet meer mogelijk. Daarom vinden overal in in het land proeven plaats om ze te vangen om het probleem te beheersen, waaronder Delfland, de Krimpenerwaard en Ede.
De Algemene Waterschapspartij Delfland (AWP) heeft al jaren genoeg van de rode rivierkreeften die de wateren van Westland en omstreken teisteren. Drie jaar geleden stelde de partij al voor om ze te gaan vangen. “Want we zijn die beestjes spuugzat!”, aldus Hans Middendorp, vicevoorzitter AWP en tevens visbioloog.
Hij wees erop dat de rode beesten met name onderwater een plaag zijn. “Ze hebben weinig vijanden en ze vreten de sloten soms letterlijk leeg. Ook veroorzaken ze extra bagger door het graven van hun holen waarin ze zich verschuilen.”
Kreeftendeskundigen zijn het er volgens hem over eens dat we de rivierkreeften nooit meer weg krijgen. “We kunnen alleen nog proberen om de aantallen te beheersen. Verschillende waterschappen hebben die draai inmiddels gemaakt”.
Dat geldt ook voor Delfland waar in september een proef start. “Ik ben blij dat we nu eindelijk beginnen”, reageert Middendorp. De details zijn nog niet openbaar. Volgens Middendorp laat Delfland het vangtuig nu door de WUR testen. Hij vindt dat niet nodig. “Er zijn tientallen modellen kreeftenkorfjes op internet te koop. En ze werken allemaal.”
Vertienvoudigd
De Amerikaanse rivierkreeften zorgen op meerdere plaatsen voor overlast.
De rivierkreeften zijn volgens de stichting EIS opzettelijk naar Europa gebracht voor consumptie toen de inheemse rivierkreeft om toen nog onverklaarbare redenen drastisch achteruit ging. Na de introductie hebben de rivierkreeften zich zowel op eigen kracht als door menselijke acties verder verspreid over Nederland.
Overvolle sloten
De gevlekte Amerikaanse rivierkreeft verspreidde zich vooral op eigen kracht langs de Maas naar het Noorden, terwijl de rode Amerikaanse rivierkreeft juist vooral dankzij menselijke introducties over Nederland is verspreid. Dit getuige de plotselinge verschijningen van waarnemingen bij handelsplaatsen als Amsterdam, Leiden, Den Haag, Arnhem en Zutphen. Inmiddels is de laatste soort ook op totaal ander plekken aangetroffen, zoals in Friesland.
Ze teisteren eveneens de sloten in de Krimpenerwaard. Daarom is het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard halverwege juli met een proef van drie jaar gestart, meldt Omroep West.
Al snel werd duidelijk hoe overvol de sloten zitten. “Per week wordt er zo’n driehonderd kilo aan kreeftjes gevangen”, zegt Jouke Kampen, ecoloog bij ATKB en tevens uitvoerder van de proef in de Krimpenerwaard. De meeste gevangen kreeften gaan naar restaurants. De overgebleven kreeften gaan naar Blijdorp als voedsel voor otters en andere dieren.
Proef in Ede
Sportvissers schrokken zich een hoedje toen ze in juli maar liefst 12.000 kilo rivierkreeften vingen in de Proosdijvijver in Ede. De vissers hadden voorafgaand aan de pilot van waterschap Vallei en Veluwe om ze te vangen rekening gehouden met 2000 tot 4000 stuks, schrijft Omroep Gelderland. De kanten van de visvijver zakten in omdat de kreeften holletjes groeven. Ook knipten ze met hun scharen worteldoek door.
Ook waterschap Amstel, Gooi en Vecht startte met een proef om de kreeften te vangen in de Vechtplassen. De kreeften staan het herstel van planten en dieren in de plassen in de weg, omdat ze veel waterplanten opeten. Met korven en fuiken probeert het waterschap ze te vangen. Het onderzoek voert het waterschap samen uit met de provincie Utrecht, het Gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen en de Gemeente Amsterdam. Beroepsvissers helpen mee om de kreeften te vangen.
Voortplanting
De voortplanting van rivierkreeften is volgens Middendorp zo succesvol door hun broedzorg. De moeder heeft maar weinig eitjes. Ze zit met de eitjes onder haar staart in een holletje van tot 1 meter lang. Dus als ze 200 eitjes heeft, dan komen daar bij wijze van spreken 199 van uit. En omdat ze zo weinig eitjes heeft, zijn de babykreeftjes bij de geboorte al iets groter waardoor ze ook weer beter overleven.
Kamervragen
De rivierkreeften zorgen zelfs voor Kamervragen. Zo stelde de VVD onlangs nog vragen aan de ministers Van Nieuwenhuizen (IenW) en Schouten (LNV) naar aanleiding van de dijkverschuiving bij Reeuwijk op 26 juli. De vragen richten zich vooral op de mogelijkheid dat de dijk verzwakt zou zijn door rivierkreeften.
Het Hoogheemraadschap van Rijnland acht de kans klein dat dit de oorzaak is van de dijkverschuiving. Middendorp benadrukt dat het onderzoek nog loopt. Ook hij acht de kans klein dat de rivierkreeft verantwoordelijk is voor de dijkverschuiving. “De kreeften maken maar kleine holen. Kades kunnen hierdoor wellicht iets afkalven, maar ik kan mij niet voorstellen dat een dijk erdoor verschuift.”