De vertrekkende deltacommissaris en zijn opvolger, geflankeerd door dagvoorzitter Inge Diepman (foto: Valerie Kuypers).

Met een staande ovatie namen de ruim 2000 bezoekers van het Deltacongres op 1 november in Zwolle afscheid van de eerste deltacommissaris. Wim Kuijken gaat met pensioen en draagt op 1 januari het stokje over aan – nu nog – watergraaf Peter Glas van waterschap De Dommel. Het afscheid bepaalde het gesprek van de dag.

Toch was het hoofdthema van het negende Deltacongres iets geheel anders. Centraal stond het doorwerken met nieuwe actuele zaken, zoals de te verwachten snellere zeespiegelstijging en de invulling van een nieuw programma als opvolging van het succesvolle Ruimte voor de rivier. Maar de dag werd gedomineerd door het afscheid van Wim Kuijken, die zich jarenlang zo nadrukkelijk manifesteerde als de bewaker van de nationale waterveiligheid, waterbeschikbaarheid en ruimtelijke adaptatie.

Lovende woorden en een erepenning
Van deltacommissaris Wim Kuijken had het afscheid niet zo uitbundig gehoeven, maar de lovende woorden van minister Cora van Nieuwenhuizen en de uitreiking van de erepenning van de Unie van Waterschappen door Hans Oosters, markeerden sterk het einde van een periode. De periode van de pionier Kuijken. Balancerend tussen de politiek en de ambtenaren, tussen de talloze bestuurders met een waterportefeuille, is Kuijken erin geslaagd de figuur van de deltacommissaris goed neer te zetten, zo bleek uit de lovende woorden.

Scheidend deltacommissaris Wim Kuijken kreeg van de bezoekers van het Deltacongres een staande ovatie (foto: Valerie Kuypers).

Commissie Veerman
De aanwezigheid van een groot deel van de Commissie Veerman gaf het negende Deltacongres een bijzonder tintje. Deze commissie legde in 2008 de basis voor de functie van deltacommissaris, met daarbij een Deltawet, een Deltafonds, een Deltaprogramma en de opdracht enkele deltabeslissingen uit te werken. Commissielid Tracy Metz herinnerde de congresgangers aan de felle kritiek die de commissie tien jaar geleden nog kreeg, toen ze adviseerde jaarlijks 1 miljard euro te gaan uitgeven aan een Deltafonds en de peilopzet van het IJsselmeer met 1,3 m op te zetten, zodat het als nationale regenton kon dienen. De commissie baseerde haar conclusies op een toen nog extreme zeespiegelstijging van 1,5 meter in 2100. De kritiek was niet van de lucht, want in die tijd waren er nog weinig wetenschappelijke studies over het smelten van de ijskappen en hield het IPCC-klimaatpanel een voorzichtige stijging aan van 76 cm.

Architect Reinier de Graaf projecteerde op een wereldkaart de combinatie van gebieden die te maken hebben met klimaatverandering en met verstedelijking (foto: Jac van Tuijn).

Flexibeler bouwen met afbraak centraal
Hoe anders is het debat tien jaar later: met de wetenschappelijke inzichten van nu zijn de toekomstscenario’s beter te voorspellen. Maar inmiddels is er ook beter zicht gekomen op andere ontwikkelingen, zoals bodemdaling en verstedelijking. Architect Reinier de Graaf van het bureau OMA ging daar in zijn keynote op in. Hij projecteerde op een wereldkaart de combinatie van de gebieden in de wereld die te maken hebben met klimaatverandering en met verstedelijking. De combinatiekaart maakte duidelijk dat er een paar hotspotgebieden zijn die het voor de kiezen gaan krijgen. Waaronder Nederland. De Graaf riep de bouwsector op serieus werk te maken van flexibel bouwen, waarbij niet de duurzame bouw, maar de afbraak ervan centraal staat – zodat een bebouwde omgeving zich veel sneller kan aanpassen aan veranderingen.

De deltacommissaris als aanjager discussie over zeespiegelstijging
De Commissie Veerman had destijds de opdracht van het kabinet Balkende om na te gaan of Nederland zich over 100 jaar nog wel tegen de zee kon verdedigen. Het antwoord van Veerman was: ja, maar het kost wel 1 miljard euro per jaar. De commissie adviseerde ook om een deltacommissaris aan te stellen die – boven de partijen – ervoor moest zorgen dat het niet bij praten over alleen bleef. Nu, tien jaar later, is de deltacommissaris de aanjager van een discussie over een zeespiegelstijging die zich weleens sneller kan voltrekken dan wordt verondersteld. “Het gaat niet om de hoogte van de stijging, maar om de snelheid waarmee deze kan gaan plaatsvinden. Het is belangrijk dat we gaan nadenken over de periode na 2050 en gaan kijken welke maatregelen we kunnen nemen als zo’n snelle stijging zich gaat voordoen”, stelde Kuijken op het Deltacongres. Het aanjagen van het debat hierover, illustreert de belangrijke rol van de deltacommissaris bij het bewaken van de nationale waterveiligheid. Buiten de politieke arena van het klimaatdebat, kan de watersector nadenken over extreme scenario’s en de gevolgen op langere termijn.

Boven de partijen
Ook de andere rol van de deltacommissaris werd op het congres duidelijk. Die van het bijeenbrengen van de vele bestuurders en erop toezien dat ze besluiten nemen die passen binnen de langetermijnstrategie van het Deltaprogramma. Eén van de sessies op het congres ging over het nieuw te starten programma Integraal Rivier Management, als opvolger van Ruimte voor de rivier. De sessie maakte duidelijk dat bestuurders worstelen met de interimperiode die ontstaat als Ruimte voor de rivier op 31 december officieel helemaal wordt stopgezet, terwijl intussen in het Rivierengebied dijkversterkingen worden uitgevoerd in kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma en bovendien wordt gesproken, aan de MIRT-tafel, over een meer integrale aanpak van het rivierengebied, waarbij ook de scheepvaart, de recreatiesector en de ontwikkelaars nadrukkelijker gaan meedoen, en financieel gaan bijdragen.

Deltacommissaris Kuijken liet weten zich wel zorgen te maken over het verloop, maar hij wil partijen eerst de ruimte geven om elkaar te vinden. “Er zijn nu allerlei nieuwe dingen toegevoegd. Dan is het logisch om even de tijd te nemen om dat in het Deltaprogramma te kunnen inpassen. Mijn taak is erop toe te zien dat de gestelde doelen in het Deltaprogramma niet uit beeld verdwijnen. Dat is even zoeken naar een nieuw evenwicht. Dat is mijn rol”, aldus de afzwaaiende deltacommissaris.

De pionier
“Uiteindelijk schrijf ik ieder jaar een nieuw Deltaprogramma voor de komende zes jaar, met de maatregelen die naar mijn mening nodig zijn om de langetermijnstrategie te kunnen blijven volgen”, zei Kuijken, die daarmee duidelijk aangaf welke rol de deltacommissaris heeft. Een rol die hij zelf als eerste commissaris, en dus als pionier, in acht jaar vorm heeft gegeven. Hij liet weten met een gerust weg te gaan, in de wetenschap dat er inmiddels een sterke ‘Deltacommunity’ is opgebouwd, waarin bestuurders en experts elkaar weten te vinden. Bovendien stelt hij dat hij het stokje overdraagt aan een heel goede opvolger.