dwangsom
foto: Creative Commons

Een Zeeuwse boer uit Noord-Beveland mag zijn uien niet meer beregenen met slootwater, besloot de rechter op 12 augustus na zijn verzoek om een ontheffing. Waterschap Scheldestromen legde de akkerbouwer een dwangsom op, een week nadat het waterschap een onttrekkingsverbod had ingesteld.

De aanhoudende droogte raakt inmiddels velen, waaronder akkerbouwers. Oogsten dreigen te mislukken door het tekort aan regenwater waar gewassen sterk van afhankelijk zijn.
Een wanhopige akkerbouwer in Kamperland werd door het waterschap betrapt op het illegaal oppompen van slootwater om zijn akker met uien te beregenen. Dat was in strijd met het op 25 juli ingestelde beregeningsverbod, waarmee het waterschap het oppervlaktewater dat nog beschikbaar is wil vasthouden om veen nat te houden en te voorkomen dat waterkeringen inscheuren.

Dwangsom

Op 4 augustus heeft het waterschap de boer een dwangsom opgelegd, een dag nadat uit een controle ter plaatse is gebleken dat het water uit een sloot werd opgepompt. Als hij nog meer slootwater oppompt, krijgt hij een boete van 5.000 euro per overtreding met een maximum van 25.000 euro. Opzichters en Boa’s van het waterschap controleren met drones en vliegtuigjes op het naleven van het verbod. Ook is te zien met automatische systemen of het waterpeil plotseling daalt en kunnen overtredingen worden gemeld.

Schoon afvalwater?

De akkerbouwer was van mening dat hij de wet niet overtrad, omdat het water in de sloot afkomstig zou zijn van de naastgelegen RWZI Kamperland. In de sloot bevindt zich het effluent van de rwzi en bevat een stuw. De sloot zou niet in verbinding staan met een oppervlaktelichaam zoals bedoeld in de Waterwet. Daarnaast deed hij een beroep op een ontheffing uit 1990 om gewassen te mogen beregenen, en dat hij in 2021 na telefonisch contact met het waterschap had vernomen dat het verbod niet op zijn situatie van toepassing is. Langer uitstellen van beregenen zou tot onherstelbare schade leiden, en de oogsten laten mislukken.

Onterecht verzoek

De rechter wijst met zijn uitspraak van 12 augustus het verzoek tot ontheffing af, onder andere omdat er wel sprake is van een oppervlaktelichaam zoals bedoeld in de Waterwet. Wanneer vanuit de RWZI teveel water op de sloot wordt geloosd, gaat dat water over de stuw en stroomt het via een systeem van zoutwaterwegen uiteindelijk in het Veerse Meer. Het Veerse Meer is een oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in de Waterwet. Dat het water maar één kant op stroomt én alleen wanneer teveel water vanuit de RWZI in de sloot terechtkomt, is niet van belang.

Verdringingsreeks

Tot slot wijst de rechter ook op het belang van de verdringingsreeks bij waterschaarste. De verdringingsreeks geeft de rangorde van maatschappelijke behoeften aan, die bij de verdeling van het beschikbare water in acht wordt genomen. Uit die rangorde blijkt dat de veiligheid en nutsvoorzieningen voor drinkwater en energie bij de verdeling van schaars water voorrang hebben boven de landbouwbelangen. Het waterschap lichtte toe tijdens de zitting dat het water uit de desbetreffende sloot nabij het perceel van de akkerbouwer gebruikt zal gaan worden om de grondwaterstand op plekken elders in de provincie Zeeland op peil te houden.