Op 27 oktober vergadert het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) over de wateroverlast van half juni en de nasleep daarvan. Een evaluatierapport van de ambtelijke dienst van HHNK, bijgestaan door drie externe specialisten, stelt onder meer vast dat de centrale regie ontbrak en de buitendienst zwaar werd belast. Ook de communicatie kon beter.
In het weekend van 18 tot 20 juni werd het Hollands Noorderkwartier getroffen door extreme neerslag. In een gebied van 50 bij 10 km viel meer dan 100 mm en plaatselijk wel 140 mm. Omdat de voorspelde neerslag tot kort voor de bui nog lokaal en gematigd was, kwamen de intensiteit en omvang van de buien en de daaropvolgende overlast als een verrassing. Op veel plaatsen steeg het water in de waterlopen tot aan maaiveld en bleef het water tussen de gewassen op het land staan.
Met man en macht
Medewerkers van het waterschap hebben samen met inwoners en loonwerkers alles uit de kast gehaald om het water zo snel mogelijk af te voeren. Er is met man en macht gewerkt aan het handmatig bedienen van waterbergingen, het sluiten van inlaten, het maximaliseren van de afvoer uit de boezems, het herstellen van storingen in poldergemalen, het afschakelen van een poldergemaal bij gevaar voor instabiele waterkeringen, het plaatsen van extra pompen, en het verwijderen van slootvuil bij essentiële duikers. Inwoners en loonwerkers sprongen bij met hun trekkerpompen. ‘Omdat in die drukte geen tijd gevonden werd om het kantoor steeds van een volledig actueel beeld te voorzien, bleef de informatiepositie daar achter’, schrijft HHNK in het evaluatierapport. De leidinggevenden kozen volgens de onderzoekers ‘voor uitvoering boven aansturing’.
Boosheid en frustratie
Tijdens en na de overlast is forse kritiek geleverd op het hoogheemraadschap, stelt het rapport: op het functioneren van gemalen en waterbergingsgebieden, de communicatie met inwoners en op de geringe zichtbaarheid van het hoogheemraadschap in het gebied. Ook waren er klachten over de slechte telefonische bereikbaarheid. Inwoners die hun diensten aanboden werden niet altijd direct te woord gestaan en niet alle verzoeken om extra pompen konden worden gehonoreerd. De onvrede in het gebied groeide verder toen de omvang van de schade duidelijk werd. Het aanvankelijke begrip voor de overmachtsituatie veranderde gaandeweg in boosheid en frustratie bij inwoners.
Geen integrale diagnose mogelijk
De crisisbeheersingsorganisatie van HHNK schaalde in juni vanuit alarmfase 1 niet verder op. ‘Ingeschat werd dat de situatie voldoende onder controle was en dat verder opschalen geen waarde zou toevoegen aan de bestrijding van de wateroverlast’, schrijven de onderzoekers in het evaluatierapport. ‘Achteraf gezien is het goed mogelijk dat verdere opschaling de lopende bestrijding inderdaad niet zou hebben versterkt, maar duidelijk is dat bij die beslissing niet alle consequenties daarvan zijn onderkend. Zo kon door de beperkte informatiepositie bijvoorbeeld geen integrale diagnose van de situatie worden uitgevoerd en konden geen wat-als-scenario’s worden bekeken. Ook kon niet tijdig een overkoepelend inhoudelijk verhaal over de situatie en de aanpak worden opgesteld.’
Zware belasting van de buitendienst
Alle HHNK’ers, van gebiedsbeheerder tot bestuurders, hadden daar volgens het rapport last van. ‘En niet in de laatste plaats inwoners die hun diensten aanboden, maar daarvoor niet altijd gehoor vonden bij de medewerkers van de buitendienst. Er was geen strategie waarin hun bijdragen konden worden ingepast. Een ander belangrijk gevolg van het niet verder opschalen was dat de zware taakbelasting van de buitendienst niet werd verlicht. Ook bleef de buitendienst daardoor in standaard bezetting opereren, wat de medewerkers kwetsbaarder maakte voor onverwachte situaties en vijandige bejegeningen in het veld’ aldus het rapport.
Bereikbaarheid onvoldoende
Het evaluatierapport stelt vast dat de zichtbaarheid van HHNK beperkt was omdat de omvang van het overlastgebied groot was en de acties die werden uitgevoerd niet altijd als waterschapsacties zichtbaar waren. Door dat beperkte beeld was het lastig de crisiscommunicatie goed te richten op de informatiebehoefte van de omgeving en een boegbeeld in stelling te brengen. Doordat ook het callcenter op momenten overbelast was, liet de algehele bereikbaarheid van HHNK te wensen over. Overigens zijn zowel de dijkgraaf als portefeuillehouders, algemeen bestuursleden en directieleden tijdens de overlast wel op diverse locaties geweest. Om zichzelf een beeld te vormen van de situatie en om met getroffenen te spreken en zo mogelijk bijstand te verlenen.
Effectieve bestrijding
Uit de analyse van de neerslag en de waterstanden wordt door HHNK geconcludeerd dat overlast niet had kunnen worden voorkomen. Het watersysteem was wettelijk op orde en de bestrijding van de wateroverlast verliep (technisch-inhoudelijk gezien) effectief. Uit de bemalingsgegevens blijkt dat de meeste onderzochte poldergemalen maximaal hebben afgevoerd. Weliswaar niet alle noodzakelijke handelingen konden volgens het rapport direct worden verricht, maar vaak wel in de juiste prioriteit – de meest urgente maatregelen eerst. Ook het potentieel van trekkerpompen van agrariërs en loonwerkers is volgens HHNK veelal effectief ingezet, al was die inzet geen onderdeel van een centraal plan. Wél toonde de extreme neerslag van half juni als ‘stresstest’ de relatieve kwetsbaarheden van het watersysteem: door de beperkte afvoer bij Alkmaar bleven de waterstanden in de westelijke boezemtakken langer hoog en moest gemaal Baafjespolder tijdelijk worden afgeschakeld. Op enkele plaatsten draaiden poldergemalen niet op volle capaciteit, omdat de toestroom naar het gemaal vanuit het gebied tijd nodig heeft. Ook de instroom naar waterbergingsgebieden bleek soms te traag.
Vijf aanbevelingen
Het evaluatierapport eindigt met een vijftal aanbevelingen:
1. Versterk het watersysteem (naar ruimer, flexibeler), door meer maatwerk in onderhoud, maar voer ook de discussie met de omgeving over onvermijdbare risico’s.
2. Versterk de crisisbeheersingsorganisatie richting ‘sneller, centraal gecoördineerd en geïnformeerd kunnen optreden’.
3. Werk aan gebiedsgerichte operationele bestrijdingsstrategieën gericht op integrale schadebeperking. Betrek buitendienstmedewerkers, watersysteemadviseurs, hydrologen bij de uitwerking. Betrek ook inwoners en geef hen waar mogelijk een rol in de calamiteitenbestrijding. Gebruik en ontwikkel 3Di-simulatiemodellen voor het uitvoeren van impactanalyses en het bepalen van effectieve strategieën.
4. Versterk de informatiepositie van de crisisbeheersingsorganisatie tijdens crises door de ontwikkeling van een 24/7 actueel waterbeeld, en een daaraan gekoppelde impactverwachting.
5. Zorg voor een betere kennisdeling en samenwerking met veiligheidspartners, zoals de veiligheidsregio, bij de bestrijding van wateroverlast door gezamenlijke strategievorming.
Op 27 oktober zal het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap over de wateroverlast, de nasleep, het evaluatierapport en de aanbevelingen vergaderen.
Lees meer nieuws uit de watersector