Zeven Friese landbouworganisaties keren zich tegen het plan dat leeft binnen Provinciale Staten om het waterpeil in de Friese veenweidegebieden versneld te verhogen. Als het aan PvdA, D66, CU, GL, PvdD en 50Plus ligt, wordt het waterpeil in het veenweidegebied binnen tien jaar decimeters hoger dan in de veenweidevisie is vastgesteld. De politieke partijen willen het behoud van de veenweiden zwaarder laten wegen.
Volgens de landbouworganisaties werkt hun sector inmiddels hard aan de uitvoering van deze veenweidevisie, waarvoor Provinciale Staten aan het einde van de vorige collegeperiode (januari 2015) groen licht gaven. Hierin is volgens de agrarische sector een goede balans gevonden voor het beperken van veenoxidatie en het behoud van de landbouwfunctie. Ook het recentelijk vastgestelde uitvoeringsprogramma voor de komende twee jaar is hier geheel mee in lijn, zo stellen de organisaties. “Nu versneld het waterpeil verhogen, zonder de resultaten van tal van lopende innovatieve trajecten en proeven af te wachten, is het kind met het badwater weggooien”, schrijven zij in een brandbrief.
Klankbordgroepen
Namens de zeven organisaties zijn inmiddels zo’n zestig boeren vertegenwoordigd in klankbordgroepen om de veenweideopgave te vertalen van visie naar beleid en een praktische en haalbare invulling op het agrarisch bedrijf. Daarnaast zijn tientallen boeren betrokken bij verschillende veenweideprojecten en zijn inmiddels meer dan tweehonderd boeren – verdeeld over meerdere gebieden – bezig om samen met adviseurs en medewerkers van Wetterskip Fryslân de peilopgave verder te concretiseren naar bedrijfs- en perceelsniveau. Daarbij stellen ze samen knelpunten vast en bedenken ze oplossingen om de peilopgave in te vullen met behoud van de landbouwfunctie.
Onbehoorlijk bestuur
De samen optrekkende organisaties (LTO Noord, NMV, AJF, agrarische collectieven, Feriening Biologyske Boeren Fryslân, Vereniging Polderbelangen en Het Friesch Grondbezit) stellen dat het voor veel boeren nu voelt alsof tijdens het spel de regels veranderd worden. Ze noemen dat een vorm van onbehoorlijk bestuur. Ze wijzen op de consequenties van het ophogen van het waterpeil: minder en slechter voer van het land kunnen halen, schade aan de bodem door insporing van machines, geen weidegang en waardevermindering van agrarische grond.
Geen financiële compensatie
Het steekt de organisaties bovendien dat in de discussie die nu wordt aangezwengeld door de politieke partijen, wordt voorbijgegaan aan een financiële compensatie voor agrarische bedrijven. De partijen in Provinciale Staten gaan ervan uit dat er allerlei nieuwe verdienmodellen kunnen ontstaan, maar volgens de landbouworganisaties blijkt uit onderzoek dat dit een nichemarkt is die geen soelaas biedt op grote schaal. “De schade die zal ontstaan en de compenserende maatregelen die nodig zijn om dat op te lossen, lopen nu al in de tientallen miljoenen euro’s. Bij verdere peilverhogingen neemt de schadepost voor boeren alleen maar toe”, zo schrijven de organisaties in hun brandbrief.
Goed beheer
De zeven landbouwpartijen beseffen heel goed dat de sector een stap moet zetten in het bodem- en peilbeheer. Maar zij stellen dat door goed beheer van de bodem, bodemvocht en grondwaterstanden, veel winst is te halen voor beperking van bodemdaling, veenoxidatie en CO2-uitstoot. Uit onderzoeken zou bijvoorbeeld blijken dat nieuwe drainagesystemen de bodem voldoende droog kunnen houden, zodat melkveehouders het land op kunnen met trekkers en koeien. Ook blijft daarmee de bodem voldoende nat om de bodemdaling en de CO2-uitstoot met zeker de helft te beperken.