Het landelijk watertekort is voorbij. Er zijn nog regionale tekorten, maar landelijk is de vraag naar zoetwater niet meer groter dan het aanbod. Daarom gaan we over van het niveau ‘feitelijk watertekort’ naar ‘dreigend watertekort’. Het Managementteam Watertekorten (MTW) komt door het afschalen naar niveau 1 niet meer bij elkaar. Dat schrijft minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) in een brief aan de Tweede Kamer.
Door de regen van de afgelopen weken is het neerslagtekort afgenomen tot een niveau onder de 5%-droogste jaren. De aanvoer van de Rijn is op dit moment gestegen tot ca. 1400 m3/s. De verwachting is dat de Rijnafvoer de komende week weer iets zal dalen, maar een afvoer onder het LCW-criterium voor september1 (1000 m3/s) wordt niet verwacht, schrijft Harbers.
De aanvoer van de Maas is gestegen naar ca. 50 m3/s en zit daarmee boven het LCW-criterium (3-daagse gemiddelde van 25 m3/s). De waterstanden in het IJsselmeer en Markermeer zijn gestegen en de watervoorraad is voldoende om aan de watervraag te voldoen.
Verzilting aandachtspunt
Verzilting in het IJsselmeer, het Noordzeekanaal/Amsterdam-Rijnkanaal, de Hollandsche IJssel en de Lek blijft volgens de minister een aandachtspunt. Ook zijn er nog de nodige schut- en vaardieptebeperkingen voor de scheepvaart.
De waterschappen en Rijkswaterstaat hebben de afgelopen maanden van Noord tot Zuid en Oost tot West veel maatregelen genomen om de wateraanvoer te verbeteren, om meer water vast te houden en om schade te voorkomen.
Zo dreigde verzilting in het westen van het land door de lage afvoer van de Rijn. Om ervoor te zorgen dat er toch voldoende zoetwater in West-Nederland kwam om in de watervraag te voorzien, werden de Klimaatbestendige Water Aanvoervoorziening (KWA) en de Doorvoer Krimpenerwaard (DKW) in werking gezet.
Aanvoerder uitgezet
Het Utrechtse gemaal De Aanvoerder werd maandag 18 juli in werking gesteld. Sinds dat moment werd in het gebied van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zoetwater uit de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal gepompt en naar het westen van Nederland gevoerd. Nu het landelijk watertekort voorbij is, wordt de KWA in september en oktober stapsgewijs en gecontroleerd afgebouwd. Gemaal De Aanvoerder, dat sinds 18 juli 2022 7000 liter water per seconde de Leidsche Rijn in pompte, wordt uitgezet.
Slim waterbeheer
Rijkswaterstaat zette op 13 september nog een keer de stuw op de Lek bij Hagestein op een klein kiertje. Doel was om met een kleine afvoer van Rijnwater, de zoutprop op de Lek tegen te kunnen gaan. Vanwege springtij op de Noordzee was de zoutprop ver opgerukt. Hierdoor dreigde verzilting van de Hollandsche IJssel. Door slim gebruik te maken van de kier kon Rijkswaterstaat de hele zomer op de Hollandsche IJssel een zoetwaterbuffer in stand houden. De waterschappen in de Randstad maakten er dankbaar gebruik van.
Afbouwen schutbeperkingen
Deze week worden weer nieuwe maatregelen opgeheven. Daarbij gaat het onder meer om het afbouwen van schutbeperkingen voor de scheepvaart en om het ontmantelen van tijdelijke pompinstallaties die nodig waren om extra water aan te voeren.
Nu de droogte afneemt, zullen alle betrokken partners de droogtecrisis evalueren. De evaluatie richt zich op de periode van de opschaling naar niveau 1 op 13 juli tot en met de overgang van niveau 2 naar niveau 1 op 21 september. Er zal geen volledige reconstructie worden opgesteld zoals in 2018. De focus zal liggen op de vraag of de genomen maatregelen tijdig en effectief waren en in hoeverre de lessen uit 2018 voldoende in praktijk zijn gebracht.
De wens is om het eindrapport ruim vóór 1 april 2023 gereed te hebben, omdat dan het droogteseizoen weer start. Verbeterpunten die uit de evaluatie naar voren komen, zullen waar nodig verwerkt worden in de relevante handboeken, zoals in het ‘Landelijk Draaiboek Waterverdeling en Droogte’. Als er beleidsmatige vraagstukken uit de evaluatie komen die niet door de crisisorganisatie beantwoord kunnen worden, dan worden die opgepakt. Harbers houdt de Kamer hierover op de hoogte.
Droogte nog niet voorbij
Op een aantal plaatsen is nog steeds sprake van lage rivierafvoeren, lage grondwaterstanden en problemen met de waterkwaliteit en verzilting. Dit betekent dat de hinder voor scheepvaart nog niet voorbij is, want enkele schutbeperkingen blijven regionaal van kracht. Bijvoorbeeld in het zuiden op de Maas en bij de sluizen in IJmuiden. Hoewel de watervraag van de landbouw daalt (doordat het groeiseizoen ten einde komt), ervaart ook deze sector regionaal nog hinder. Bijvoorbeeld door regionale sproeiverboden in het zuiden en oosten.
LCW blijft actief
Voor herstel van de natuur is een langere periode van neerslag nodig. De lage grondwaterstanden worden slechts langzaam aangevuld, dus zijn de problemen met de uitgedroogde natuur nog niet voorbij – zeker niet in de hogere delen van ons land. Daarnaast blijft verziltingsbestrijding een groot aandachtspunt, met name in het Noordzeekanaal, het IJsselmeer en in de regionale systemen van met name West-Nederland. De Landelijk Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) blijft daarom ook actief om de situatie en de nog nodige maatregelen voor de waterverdeling te monitoren.