De Staat mag doorgaan met de onteigening van de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen. De Hoge Raad heeft bepaald dat de eerdere uitspraak van de rechtbank in stand blijft. Dat betekent dat de polder definitief wordt teruggegeven aan de natuur en onderdeel wordt van het getijdengebied van de Westerschelde.
De eigenaar van het grootste deel van de polder, Gery De Cloedt, vond dat de rechtbank in Middelburg te weinig oog had voor alternatieven en ging daarom in cassatie. Maar de Hoge Raad heeft zijn bezwaren van tafel geveegd. Met het besluit van de Hoge Raad is de onteigening van de Hedwigepolder definitief. Wel wordt er nog verder gesproken over een schadevergoeding voor De Cloedt.
Al ruim twaalf jaar een slepend dossier
De ontpoldering van de Hedwigepolder op de grens met België kwam in 2005 voor het eerst op de politieke agenda. Het kabinet-Balkenende II ondertekende destijds een verdrag met België, met daarin afspraken over nieuwe natuur die er moet komen door schade die is ontstaan door het verdiepen van de vaargeul naar Antwerpen. Eén van die afspraken was de ontpoldering van de Hedwige. Er ontstond veel protest in Zeeland en in Den Haag was men daar dusdanig gevoelig voor dat men besloot naar alternatieven te zoeken. Er brak een periode aan waarin opeenvolgende kabinetten steeds andere beslissingen namen: de ene keer besloot men de polder wél terug te geven aan de natuur, de andere keer besloot men juist niet te ontpolderen. Het kabinet-Rutte II (VVD en PvdA) besloot uiteindelijk in 2012 dat de ontpoldering definitief moest doorgaan.
Juridische strijd
Er volgden diverse rechtszaken, die vrijwel allemaal door de Staat werden gewonnen. De zaak van De Cloedt is de laatste in het rijtje. Deze zaak betreft geen verzet tegen de ontpoldering, maar tegen de onteigening. De ontpoldering van de Hedwige is immers een al eerder genomen politieke beslissing. De eigenaar van de Hedwigepolder heeft echter altijd gestreden tegen het gedwongen afstaan van zijn grond. In juni 2016 oordeelde de rechtbank in Middelburg dat zijn bezwaren ongegrond waren. Daarop ging De Cloedt in cassatie bij de Hoge Raad. Hij vond dat de Middelburgse rechtbank onvoldoende naar alternatieven voor onteigening had gekeken.
De Cloedt wil de polder zelf onder water zetten
Eigenaar De Cloedt heeft zelf een baggerbedrijf en kwam met een voorstel om zelf de Hedwigepolder onder water te zetten en toch eigenaar te blijven. De advocaat-generaal stelde in september nog dat de rechtbank in Middelburg die optie niet zorgvuldig genoeg had bekeken. De Hoge Raad komt echter tot een ander oordeel en verwerpt het cassatieberoep. De Hoge Raad stelt dat het Rijk het alternatief van De Cloedt om zelf de polder onder water te zetten mocht afwijzen, omdat het gaat om ‘grootschalige infrastructurele werken, waaronder waterkeringen, waarmee de openbare veiligheid is gemoeid’.
