Brussel moet dringend met Europees beleid komen voor microverontreinigingen en geneesmiddelen in het afvalwater van afvalwaterzuiveringsinstallaties. Die oproep klonk op een internationaal forum bij de opening van de IFAT-beurs in München, op 14 mei. De meeste sprekers zien een ‘vierde stap’ bij awzi’s als onvermijdelijk, maar een wettelijke verplichting daartoe gaat nu nog te ver.
Sprekers van Duitse, Nederlandse en Franse ministeries deelden op het forum hun ervaringen met de ontwikkeling van een nationale strategie om te voorkomen dat microverontreinigingen het oppervlaktewater binnendringen. Met name wisselden ze uit hoe zij alle stakeholders daarbij betrekken, zoals producenten van chemicaliën, de farmaceutische sector, ziekenhuizen, consumentengroepen, waterkwaliteitsautoriteiten en waterleveranciers. De meeste sprekers waren ervan overtuigd dat uiteindelijk een extra behandeling – een vierde stap – bij afvalwaterzuiveringsinstallaties onvermijdelijk is, maar in dit stadium is het voor leveranciers van watertechnologie moeilijk nieuwe technologieën te ontwikkelen, aangezien er nog geen nationale of Europese effluentnormen voor microverontreinigingen bestaan.
Herziening van de Kaderrichtlijn Water
Bettina Doeser, hoofd van de eenheid schoon water van de Europese Commissie, praatte het forum bij over de nieuwste ontwikkelingen in Brussel op het gebied van waterregelgeving. Zij vermeldde dat de Europese Commissie begin volgend jaar haar plannen voor de herziening van de Kaderrichtlijn Water zal bekendmaken. Doeser ging niet in op de plannen die de Europese Commissie heeft voor het verminderen van microverontreinigingen.
Stap voor stap
Op het forum werd vaak het regelgevende voorbeeld van Zwitserland genoemd. Volgens de Zwitserse nationale wetgeving zijn honderd afvalwaterzuiveringsinstallaties verplicht om een vierde behandelingsstap te bouwen. De eerste daarvan worden nu uitgebreid met aanvullende ozonfiltratie. Duitsland, Nederland en Frankrijk zijn duidelijk nog niet klaar voor dergelijke wetgeving. De presentaties maakten duidelijk dat de drie landen nog in de fase zitten waarin ze met alle belanghebbenden overleggen. “We doen het stap voor stap”, zei Jörg Wagner van het Duitse ministerie van Milieu. “We zijn nu bezig met het operationaliseren van onze nationale beleidsstrategie inzake microverontreinigingen. Daarbij zijn er twee hoofdelementen: een nieuwe verordening voor afvalwater en een publiciteitscampagne.”
Volgens Wagner is het voor de nationale overheid onmogelijk om een extra vierde stap voor te schrijven voor alle 6000 stedelijke afvalwaterzuiveringsinstallaties in Duitsland. “De kosten zijn geschat op 50 miljard euro, wat voor de huidige Duitse coalitieregering duidelijk een stap te ver is.”
Eerste wapenfeiten in ziekenhuizen
Namens de Nederlandse regering meldde Marjan van Giezen de eerste prestaties, zoals speciale urinezakken voor patiënten om mee naar huis te nemen als ze uit een ziekenhuis komen. Van Giezen vertelde ook dat sommige Nederlandse ziekenhuizen een Pharmafilter installeerden om hun eigen afvalwater te behandelen, inclusief een membraanbioreactor en een digestor voor de productie van biogas.
In Nederland zijn verschillende behandelingstechnieken getest en de Nederlandse overheid heeft 30 miljoen euro uitgetrokken om een bijdrage te leveren aan regionale waterschappen als ze hun gemeentelijke awzi willen opwaarderen.
De vervuiler betaalt
In principe hanteren alle drie ministeries het beleid van ‘de vervuiler betaalt’. Maar in onderhandelingen met alle belanghebbenden vinden ze het moeilijk om die vervuiler aan te wijzen. Is het de leverancier van de geneesmiddelen, de apotheker of het ziekenhuis, of is het de gebruiker? Professor Wolfgang Firk van de Duitse Vereniging voor Water, Afvalwater en Afval (DWA) noemde de kwestie complex: “In de jaren negentig hadden we een soortgelijke discussie over aanvullende behandeling voor het verwijderen van meststoffen. De kosten waren een veelvoud van wat we nu bespreken voor de verwijdering van microverontreinigingen. Maar meststoffen hadden alleen betrekking op fosfaat en stikstof, die gemakkelijk te meten zijn. Europese effluentnormen konden gemakkelijk worden bepaald en regelgeving werd snel ingevoerd.”
Firk was sceptisch over de invoering van regelgeving voor het verwijderen van microverontreinigingen, omdat het tot nu toe onduidelijk is welke specifieke stoffen de grootste gezondheids- of ecologische risico’s veroorzaken en prioriteit moeten krijgen bij de verwijdering.