Groeifonds
De Nederlandse zandmotor, een goed voorbeeld van een nature-based oplossing (foto: Rijkswaterstaat).

Vijf grote projecten voor onderzoek en innovatie, waaronder twee watergerelateerde projecten, krijgen definitief 397 miljoen euro van het kabinet. Dat geld uit het Nationaal Groeifonds was al gereserveerd, maar de aanvragers moesten hun voorstellen nog nader onderbouwen en aanpassen.

Het Nationaal Groeifonds (NGF) financiert projecten die bijdragen aan duurzame economische groei in Nederland. De adviescommissie die de onderbouwingen en aanpassingen moest beoordelen, heeft daarover een positief advies aan het kabinet uitgebracht en daarom trekt het kabinet er nu definitief 397 miljoen euro voor uit. Twee van deze projecten, waaronder één watergerelateerd project, krijgen daarnaast ook nog een voorwaardelijke bijdrage van in totaal 80 miljoen euro. De watergerelateerde projecten die miljoenen uit het NGF krijgen, zijn het Groeiplan Watertechnologie en het kennis- en innovatieprogramma NL2120.

Groeiplan Watertechnologie

Het kabinet trekt 135 miljoen euro uit voor het Groeiplan Watertechnologie. Deze investering uit het Groeifonds is bedoeld voor de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie voor de beschikbaarheid van (schoon) water. Het Groeiplan Watertechnologie wordt gedragen door een consortium van ongeveer 600 partijen die samen 342 miljoen euro gaan investeren in de ontwikkeling, groei en export van de watertechnologiesector en in samenhang daarmee de duurzame Nederlandse waterbeschikbaarheid. Het plan behelst een periode van 10 jaar. Naast de 135 miljoen euro uit het NGF wordt er ook 106 miljoen euro ingebracht door bedrijven en 101 miljoen euro door decentrale overheden en kennisinstellingen.

Wereldwijde markt

De samenwerking achter het Groeiplan is uniek in breedte en omvang en het potentieel is groot, erkent de adviescommissie. Nederlandse bedrijven ontwikkelen producten, processen en diensten die wereldwijd kunnen worden verkocht in markten waar vraagstukken op het vlak van waterkwantiteit en -kwaliteit spelen. Die markten zijn praktisch overal, maar de grote economische kansen in de noodzakelijke beschikbaarheid van voldoende schoon water worden nu door verschillende oorzaken nog te weinig en te langzaam verzilverd. Het Groeiplan Watertechnologie moet eraan bijdragen dat de barrières voor innovatie en het naar de markt brengen van deze baanbrekende technologieën worden verkleind.

WaterCampus Leeuwarden

Een substantieel deel van de 135 miljoen euro uit het NGF, namelijk 42 miljoen euro, gaat naar WaterCampus Leeuwarden. De nationale rol en impact van de WaterCampus wordt daarmee aanzienlijk versterkt. Van de 42 miljoen euro gaat 35 miljoen naar Wetsus, voor kennisontwikkeling via innovatieve samenwerking tussen bedrijven en universiteiten. Verder is een bedrag van 7 miljoen euro beschikbaar gesteld voor een programma dat zich richt op het vertalen van nieuwe technologie naar ondernemerschap en export, dat wordt gecoördineerd door Water Alliance. Een bedrag van 5 miljoen euro gaat rechtstreeks naar Water Alliance en 2 miljoen zal via een regeling beschikbaar komen voor bedrijven.

Natuurlijke oplossingen

Behalve geld naar watertechnologie gaat er ook een substantieel bedrag naar waterbouw, zij het naar een specifieke vorm van waterbouw: nature-based oplossingen. Dergelijke natuurlijke oplossingen op het gebied van landgebruik en bodem- en waterbeheer zijn veelbelovend, want goedkoop en flexibel. Wereldwijd is er een markt voor. Nature-based oplossingen zijn de laatste jaren onderdeel geworden van internationale verdragen, zoals de Europese Green Deal en het Global biodiversity framework van de Verenigde Naties. Bekende voorbeelden in Nederland zijn kustversterking met zand en stadsparken voor wateropvang en verkoeling. De markt voor nature-based oplossingen groeit razendsnel.

NL2120

Het geld dat uit het Groeifonds beschikbaar wordt gesteld voor investeringen in nature-based oplossingen (110 miljoen euro, waarvan 40 miljoen voorwaardelijk) wordt gekanaliseerd via het project NL2120, het groene verdienvermogen. In het kennis- en innovatieprogramma NL2120 werken overheden, natuurorganisaties, ingenieursbureaus, baggerbedrijven en kennis- en beroepsinstellingen samen. Het is wereldwijd het grootste samenwerkingsverband op het gebied van nature-based oplossingen.

‘Kampioen maakbaarheid’

Alex Hekman, businessdirecteur Water bij ingenieursbureau Sweco en voorzitter van NL2120: “Nederland is kampioen maakbaarheid. We hebben het landschap naar onze hand gezet met kustbescherming van staal en beton en we verlagen het waterpeil om land bruikbaar te maken. Maar technische oplossingen hebben een grens. Met dit kennisprogramma focussen we op nature based oplossingen, die aansluiten bij de natuurlijke kenmerken van het water- en bodemsysteem. Ze werken daardoor beter voor behoud van biodiversiteit en zijn beter bestand tegen klimaatverandering.”

Kennis exporteren

Het programma heeft een looptijd van 10 jaar en zou een cumulatieve groei van het Nederlandse BBP van 1 miljard euro moeten kunnen opleveren. Hekman: “Wij gaan de kennis en inzichten die dit programma oplevert niet alleen in eigen land toepassen, maar ook exporteren. Naast een klimaatbestendige inrichting van Nederland vergroot het kennisprogramma daarmee ook het verdienvermogen van ons land. Uitdagingen van deltasteden en bodemdalingsgebieden zijn immers mondiaal en beperken zich niet tot Nederland.”