Om droogteproblemen zoals in deze zomer te voorkomen, is een gezondere waterhuishouding nodig. Dat begint met het verhogen van de grondwaterstand en met meer ruimte om water op te slaan in de natuur, stelt Natuurmonumenten.
De uitzonderlijk droge zomer zorgt volgens Natuurmonumenten voor nijpende situaties in kwetsbare natuurgebieden. Zelfs nu het regent zijn de problemen nog niet voorbij. Herstel zal volgens de organisatie vaak jaren duren. Vooral gebieden waar de grondwatersituatie structureel verstoord is, lijden onder de droogte. Natuurmonumenten pleit voor een gezondere waterhuishouding en robuuste, verbonden natuurgebieden. Want die zijn volgens de organisatie beter bestand tegen weersextremen – en kunnen zelfs helpen de effecten daarvan tegen te gaan.
Waterhuishouding verstoord
De zorgen bestaan vooral om hoogveen-, en beekgebieden. In deze gebieden is de waterhuishouding vaak flink verstoord doordat er vanuit andere sectoren veel vraag is naar water. Het waterpeil wordt volgens Natuurmonumenten kunstmatig laag gehouden. Dat maakt de natuur daar extra kwetsbaar voor droogte, terwijl de organisatie in robuuste natuurgebieden met een natuurlijke waterhuishouding juist positieve effecten van de droogte zien.
Veengebieden verdwenen
Hoogveengebieden zijn afhankelijk van regenwater en krijgen geen water uit beken en rivieren. Wiebe Borren, hydroloog bij Natuurmonumenten, legt uit: “Droogt het hoogveen uit, dan verdwijnt het en komt niet meer terug. Bovendien komt er bij de verdroging – oxidatie genoemd – veel koolstofdioxide vrij. Dubbel zonde; want een gezond veengebied slaat juist heel veel C02 op.”
De hoogveengebieden in Nederland zijn restanten van het uitgestrekte hoogveen dat zich eeuwen vanuit Duitsland over noordoost Nederland uitstrekte. Borren: ‘In het Fochtelooerveen staan op dit moment verschillende delen droog, met onomkeerbare schade als gevolg. We vragen provincies en waterschappen dan ook om het grondwaterpeil in dit soort gebieden structureel te verhogen zodat het veen in de toekomst beter is beschermd.’
Droogvallende beken
Veel beken staan op dit moment droog. Dieren die in de beken leven worden in sommige gevallen door de waterschappen verplaatst naar plekken waar nog wél water staat, zoals al gebeurde met de zeldzame beekprik in de Reusel (Brabant) en de Verloren Beek (Gelderland). Onder andere bij de Beerze en Reusel (Brabant) nemen waterschappen maatregelen om extra water in de beek te pompen. In welke mate het leven in de beken zich zal herstellen, zal de tijd moeten leren.
Monitoring en onderzoek
Natuurmonumenten beschikt over een uitgebreid meetnet van grondwaterpeilbuizen en oppervlaktewatermeetpunten in haar natuurgebieden. De meeste ecologische effecten zullen volgens de organisatieechter pas volgend jaar zichtbaar worden. Het is volgens Natuurmonumenten belangrijk dat juist de gebieden die nu schade op (dreigen te) lopen, extra worden onderzocht. Borren:”Dat onderzoek moet zowel hydrologisch als ecologisch zijn. Met andere woorden; we meten de peilen van grondwater en oppervlaktewater, maar onderzoeken ook welke soorten er in het gebied leven en hoe die de droge periode hebben doorstaan.” Hij vervolgt: “Dit soort extreem droge periodes zullen door klimaatverandering vaker voorkomen. We vragen de overheid om in het kader van het toekomstige droogtebeleid extra aandacht te besteden aan de droogtemonitoring en onderzoek naar de effecten van droogte op de natuur. Natuurmonumenten werkt hier graag aan mee.’