De Plastic Soup Foundation stelt in een recent verschenen onderzoek dat 87 procent van de producten van de tien meest verkochte cosmeticamerken microplastics bevat. Volgens de Nederlandse Cosmetica Vereniging is dit onjuist. De PSF beschouwt alle synthetische polymeren als microplastic. Hiermee gaat de PSF in tegen de definitie die het Europees Agentschap voor chemische stoffen heeft opgesteld, meldt de NCV.
Voor het onderzoek zijn de etiketten van 7.704 cosmetica- en verzorgingsproducten bekeken van de tien populairste merken van de vier grootste cosmeticaproducenten in Europa. De EU dreigt volgens de PSF een uitgeholde wet aan te nemen die voor minder dan 4 procent van de in cosmetica gebruikte synthetische polymeren geldt. Prominente wetenschappers onderschrijven de oproep van Plastic Soup Foundation om synthetische polymeren te onderzoeken op hun schadelijkheid alvorens ze toe te laten tot de Europese markt.
Definitie
Synthetische polymeren vallen echter niet onder de definitie die het ECHA heeft opgesteld. Deze definitie is volgens de NCV grondig bestudeerd door deskundigen van het Comité risicobeoordeling (RAC) en het Comité sociaaleconomische analyse (SEAC) van het ECHA. Deze comités bestaan uit onafhankelijke wetenschappelijke experts vanuit heel Europa. Rekening houdend met al het voorgelegde bewijsmateriaal is het ECHA volgens de NCV stellig van mening dat de eventuele problematiek rond microplastics betrekking heeft op kleine, vaste en persistente kunststofdeeltjes. Daarom beschouwt het ECHA vloeibare, in water oplosbare of biologisch afbreekbare polymeren niet als microplastics.
Uiterst kleine bijdrage
De NCV en ECHA benadrukken dat op basis van enkel de naam van een ingrediënt (INCI) niet is vast te stellen of het een ingrediënt een microplastic is. Bewust toegevoegde microplastics uit cosmetica en lichaamsverzorgingsproducten leveren volgens de NCV een uiterst kleine bijdrage aan de totale uitstoot van microplastics. Op basis van cijfers die zijn opgenomen in de, door het ECHA voorgestelde, beperkingen, is de bijdrage van opzettelijk toegevoegde microplastics uit cosmetica naar schatting slechts 0,28% van alle microplastic emissies in de EU.
Uitfasering
De Nederlandse Cosmetica Vereniging en Cosmetics Europe steunen de voorgestelde beperking op het gebruik van opzettelijk toegevoegde microplastics. Ook hebben de organisaties de uitfasering van plastic microbeads (bekend voor de scrubbende werking) aanbevolen in 2015. Zo was in 2018 97 procent van de microbeads uitgefaseerd. De cosmetica-industrie is volgens de NCV hard aan het werk met het zoeken van biologisch afbreekbare alternatieven voor microplastics en het uitfaseren ervan. Dat is echter een complex proces.
Cement
Zo vormen microplastics het cement tussen de bakstenen in een huis: als je dat weghaalt stort het hele huis in. Zo resulteert het verwijderen van een microplastics uit een formule er soms in dat de hele formule van de basis opnieuw opgebouwd moet worden. De industrie zoekt naar biologisch afbreekbare alternatieven voor microplastics, koplopers zetten dergelijke alternatieven al in. De duur van uitfasering in het portfolio van een bedrijf hangt af van de complexiteit, het aantal formuleringen en de beschikbaarheid van veilige alternatieven, stelt de NCV.
Verwijdering in rwzi
STOWA heeft eerder onderzoek laten uitvoeren naar de verwijdering van microplastics in de rwzi. Met name de bezinkstappen op rwzi’s dragen in grote mate bij aan die verwijdering, zo blijkt. Vanuit de uitgevoerde meetcampagnes en de onderzochte literatuur blijkt dat het totale verwijderingsrendement op Nederlandse rwzi’s tussen de 76 en 99 procent bedraagt.