Na de overstromingen in België, Duitsland en Nederland worden de gebeurtenissen door tal van deskundigen geanalyseerd. Want als we dit soort rampen willen voorkomen, zullen we opnieuw aan de slag moeten. Ruimte voor de Rivier en Integraal Rivier Management bieden soelaas, maar een programma Internationaal Rivier Management zou pas echt uitkomst kunnen bieden.
Dat Nederland niet op eiland ligt, werd opnieuw duidelijk in de nacht van 15 en 16 juli. Doordat meetapparatuur in België en Duitsland door het natuurgeweld was uitgevallen, bleef het gissen hoe groot de piekafvoeren van de Maas en de Rijn zouden zijn. De verwachte piekafvoer van de Maas stokte uiteindelijk tussen de 3100 en 3200 m3/s. Een spannende situatie want de Maaswerken zijn ontworpen voor een afvoercapaciteit van 3.275 m3/s. Ook de afvoer van de Rijn was lastig te voorspellen, maar viel uiteindelijk mee.
Verwoesting
Het kan natuurlijk zijn dat de lagere afvoeren werden veroorzaakt door de verwoestingen die het water bovenstrooms al had aangericht. “Extreme regenval kan desastreus uitpakken, de plaatselijke topografie kan de impact nog verder verergeren. Bekijk de hoogtelijnen van de getroffen gebieden in Duitsland en het springt direct in het oog”, zegt Klaas-Jan van Heeringen, expert waterbeheer bij Deltares in de Volkskrant. “Vergeleken met Nederland is het er heuvelachtiger, met smalle dalen waar het water harder doorheen kan stromen en hoger kan stijgen.”
Water vasthouden
Volgens Alphons van Winden van Waterpeilen zal het bijna een onmogelijke opgave worden om het water in dalen zoals in de Ardennen en Eiffel langer vast te houden. “Veel dalen daar zijn erg smal. Zeker de bewoonde delen benedenstrooms. De beek heeft steden en dorpen bijna geen ruimte. Als de afvoer dan zo extreem toeneemt, dan heeft de beek het hele dal nodig en stroomt het water gewoon tot aan de tweede verdieping door de huizen.”
Valkenburg
“In Valkenburg heeft men wat dat betreft nog geluk gehad. Daar stroomde het water meestal niet meer dan kniediep door de huizen. Het Geuldal is echter anders dan de Vesdre in België en de Ahr in Duitsland is veel breder. Voordat de piek Valkenburg bereikte kon er vanuit de beek al veel water in de dal worden weggezet. Dat zal de afvoer richting Valkenburg en daarmee de waterstand zeker hebben verlaagd”, analyseert Van Winden.
Bovenstrooms water bergen
Van Winden verwacht dat de buffers die op veel plaatsen in de Limburgse zijdalen van de Geul, Gulp en andere grotere beken zijn aangelegd niet opgewassen zijn tegen deze extreme regenval. “Dit soort buffers is vooral bedoeld voor een enkele zware zomerse bui, maar bij deze langdurige zware regenval zijn ze snel gevuld en dan stroomt het water gewoon weer door. Zelfs nog een beetje sneller dan als het begroeid terrein zou zijn geweest. Om een oplossing te zoeken voor dergelijke buiencomplexen moeten we het hele stroomgebied in ogenschouw nemen en goed analyseren waar het water vandaan komt. Zijn er ergens locaties waar we een deel van het water kunnen bergen of tegenhouden?”
Meer vegetatie
In België en Duitsland zou je het, volgens Van Winden, bovenstrooms in de haarvaten van het watersysteem moeten zoeken. Of op de flanken van het dal met natuurlijke maatregelen: meer bos en ruige vegetatie. Benedenstrooms in het dal moet het water zoveel mogelijk de ruimte krijgen. Als er geen ruimte is, helpen wellicht nog technische maatregelen zoals grotere bekkens.”
Gevolgen beperken
Maar het zal een hele klus worden om een echte oplossing te vinden. “Een twee tot driemaal te grote afvoer laat zich niet zo makkelijk stoppen. Op veel plaatsen zal daarom ook gezocht moeten worden naar maatregelen om de gevolgen van zo’n event zo klein mogelijk te houden. Bijvoorbeeld door het water om de woonkernen heen te leiden of de bewoners een goede evacuatiestrategie te bieden”, aldus Van Winden.