Sitech is verantwoordelijk voor een biologische afvalwaterzuiveringsinstallatie op het industrieterrein Chemelot (foto: Wikimedia Commons).

Waterschap Limburg legde in 2016 te strenge normen op voor de lozing van de stof pyrazool in de Maas. Zuiveringsbedrijf Sitech Services dat actief is op industrieterrein Chemelot bij Geleen werd woensdag 16 oktober door de Raad van State in het gelijk gesteld. Een eerder vonnis van de rechtbank Limburg uit oktober 2017 blijft daarmee van kracht en de lozingseisen worden per direct verruimd.

Pyrazool is een chemische grondstof waarvoor nog geen wettelijke normen zijn vastgesteld. Het wordt gebruikt voor de productie van onder meer geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen en kleurstoffen. De watervergunning die in deze uitspraak in het geding is, is verleend tot en met 31 december 2019. Sitech Services werkt op dit moment aan een nieuwe vergunningsaanvraag voor de lozing van 650 stoffen.

Lozingen

Het waterschap legde  een lozingsnorm op van 30/10. Die staat toe dat Sitech pyrazool mag lozen, maar binnen gestelde waarden van 10 microgram per liter gemiddeld per tien dagen in de uitstroom van de biologische afvalwaterzuiveringsinstallatie, met een piek van 30 mg per dag. De aan Sitech verleende watervergunning heeft onder meer betrekking op het lozen van effluent afkomstig van een integrale afvalwaterzuiveringsinstallatie (IAZI) in Stein. Het water wordt geloosd in de zijtak van de Ur, die uitmondt in de Maas. De drinkwaterbedrijven WML, Evides en Dunea hebben in de Maas innamepunten voor de drinkwatervoorziening.

Hoger beroep

In 2015 stelde de waterleidingmaatschappij Limburg een te hoog gehalte van pyrazool vast in de Maas. De drinkwaterinname werd daarop maandenlang stopgezet. Daarom besloot het waterschap strengere normen op te leggen aan het zuiveringsbedrijf. De rechtbank beoordeelde die norm als te streng. Behalve Sitech Services en het waterschap gingen ook de drinkwaterbedrijven Dunea, Evides en waterleidingmaatschappij Limburg bij de Raad van State in beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg.

Effect op andere afvalstoffen

Volgens de Raad van State heeft het dagelijks bestuur van het waterschap onder meer onvoldoende naar het zogenoemde ‘waterbedeffect’. Daarmee wordt bedoeld dat het dagelijks bestuur niet heeft onderzocht wat het effect van de afname van pyrazool op andere afvalstoffen in de afvalwaterzuivering is. Het waterschap stelt dat Sitech Services de afgelopen periode kon voldoen aan de normering van respectievelijk 30 en 10 µg/l pyrazool, zonder dat overschrijdingen zijn opgetreden van normen voor andere te lozen stoffen. Het dagelijks bestuur ontkende dan ook dat er een ‘waterbedeffect’ is ontstaan.

Kosten

De Raad van State concludeerde dat de analyseresultaten mogelijk geen onaanvaardbare gevolgen voor de afbraak van andere stoffen zien, maar stelde tegelijkertijd dat die analyse slechts een periode van ongeveer twee maanden betrof. Daarmee is, samen met de beperkte kennis die op dat moment over pyrazool bestond, niet toereikend gemotiveerd dat de gewijzigde bedrijfsvoering de beste techniek is om de emissie van pyrazool te beperken. De keuze voor deze techniek, boven de reguliere bedrijfsvoering als bbt, is voor zover het de kosten voor Sitech betreft evenmin deugdelijk gemotiveerd. Uit het besluit van 17 mei 2016 blijkt niet dat het waterschap zicht had op de kosten die een duurzame wijziging van de bedrijfsvoering voor Sitech zou meebrengen.