De toekomstige Duitse mestverwerkingsfabriek Raps Mühle Seligenstadt (RMS) in Grubbenvorst moet het eerste jaar na opening het eigen afvalwater twee keer analyseren. Dat bepaalde de rechtbank in Roermond 30 april in een rechtszaak die door vereniging Behoud de Parel was aangespannen, meldt de regionale krant De Limburger.
RMS wil op bedrijventerrein Greenport Venlo jaarlijks 450.000 ton varkensdrijfmest via bioraffinage gaan verwerken. Waterschap Limburg verleende RMS Venlo BV twee jaar geleden een vergunning voor het lozen van afvalwater in de geul de Gekkengraaf in Grubbenvorst. Vereniging Behoud de Parel stapte naar de rechter en eiste meer en strengere voorschriften voor medicijnresten (antibiotica) en bestrijdingsmiddelen. Tijdens de rechtszitting werd door alle partijen onderling afgesproken dat er uit voorzorg extra voorschriften aan de vergunning worden toegevoegd.
Voorstel van RMS
Vereniging Behoud de Parel eiste bij de rechter een permanent meet- en monitoringsprogramma, maar de rechtbank vond dit te voorbarig. De rechtbank kon zich wel vinden in het voorstel van RMS om gedurende het eerste jaar twee keer monsters van het water te nemen en die te analyseren. Op basis daarvan kan later alsnog worden besloten of er extra voorschriften of grenzen voor bepaalde stoffen nodig zijn.
Lozingsnormen
Door de raadsman van Behoud de Parel werd er tijdens de zitting op gewezen dat de Provincie Limburg, die de vergunning verleend heeft, geen lozingsnormen heeft opgenomen in de waterwetvergunning. RMS wil het afvalwater slechts twee keer meten, omdat zij vaker meten te kostbaar vindt. De rechter bepaalde vervolgens dat de bezwaren van Behoud de Parel gegrond zijn, maar vernietigt de verleende waterwetvergunning. In plaats daarvan legde de rechtbank een extra voorschrift op. Behoud de Parel overweegt in hoger beroep te gaan bij de Raad van State.