De meeste cytostatica (medicatie bij chemokuren) en tumor specifieke immuun- en hormoontherapieën schaden planten en dieren in oppervlaktewater niet. Ze worden voldoende afgebroken door het menselijk lichaam en uit het rioolwater gezuiverd. Dat stelt het RIVM in een recent verschenen rapport.
Cytostatica, immuun- en hormoontherapie zijn belangrijk voor de behandeling van kanker. Restanten van deze geneesmiddelen komen via de urine in het afvalwater terecht, dat wordt gezuiverd en op oppervlaktewater geloosd. Het aantal mensen dat kankergeneesmiddelen krijgt neemt volgens het RIVM toe. Naast de klassieke cytostatica krijgen patiënten steeds vaker tumor specifieke therapie. Deze immuun- en hormoontherapieën zijn in opmars vanwege hun voordelen ten opzichte van de klassieke cytostatica. Naar aanleiding van vragen uit de zorgsector heeft het RIVM de milieurisico’s van deze stoffen onderzocht.
Voldoende afbraak
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat restanten van veelgebruikte cytostatica en twee stoffen die gebruikt worden bij hormoontherapie geen risico voor het oppervlaktewater vormen. Deze middelen worden worden volgens het RIVM voldoende afgebroken in het menselijk lichaam en verwijderd in de rioolwaterzuivering. Hierdoor zijn de concentraties in water lager dan de concentraties waarbij effecten op waterorganismen kunnen worden verwacht. De werkzame stoffen bij immuuntherapie worden door het menselijk lichaam volledig afgebroken en vormen dus ook geen risico.
Vier ziekenhuizen
Het RIVM heeft voor het onderzoek de inkoopgegevens van cytostatica in vier ziekenhuizen gebruikt. Op basis daarvan is een schatting gemaakt voor Nederland. Het gebruik van cytostatica wordt in Nederland niet centraal bijgehouden. Gegevens over milieugedrag en milieugiftigheid zijn verzameld uit literatuur.
Lees hier het RIVM-rapport
