De Maas raakt steeds vervuilder. Net als voorgaande jaren waarschuwt RIWA-Maas in het jaarrapport dat er extra inspanningen nodig zijn om de vervuiling terug te dringen. Daarom moet er snel inzicht komen in alle industriële lozingen die in de Maas en haar zijrivieren terechtkomen. Deze vergunningen moeten volledig en actueel zijn. Bedrijven moeten de stoffen die de drinkwaterproductie kunnen schaden maximaal reduceren.
Industriële lozingen waarvoor vergunningen zijn afgegeven zorgen voor de verontreiniging van de Maas. Maar ook incidenten waarbij industriële stoffen via de riolering of direct in het oppervlaktewater terecht komen. Het rapport bevat verschillende voorbeelden, zoals de grote branden bij Auto Verschrotings Industrie (AVI) op industrieterrein De Rietvelden in Den Bosch in maart en oktober 2021.
Het bedrijf ligt aan de Dieze. Hierdoor stroomde bij de branden een deel van het bluswater rechtstreeks de rivier in. Ook kwam een deel van het bluswater via de rwzi ‘s-Hertogenbosch indirect in de Dieze terecht. Waterschap Aa en Maas nam beide keren diverse maatregelen om de verspreiding van verontreinigingen zoveel mogelijk te voorkomen. Evides Waterbedrijf moest toch stoppen met de inname van water uit de Bergsche Maas.
Analyse meetcijfers
Uit het rapport blijkt dat in 2021 69 parameters één of meer malen de streefwaarden van het European River Memorandum overschreden. In 50,7 procent daarvan ging het om industriële verontreinigingen (35 stoffen). Van de 2.813 metingen die voor deze 35 stoffen werden gedaan, overschreden er 566 (20,1 procent) de ERM-streefwaarden.
in de categorie ‘restanten van geneesmiddelen en hormoonverstorende stoffen’ overschreden er in het jaar 2021 15 parameters één of meer malen de ERM-streefwaarden. Van de 848 metingen die voor deze 15 stoffen werden gedaan, waren er 134 (15,8 procent) boven de ERM-streefwaarden.
Ook in de categorie ‘gewasbeschermingsmiddelen, biociden en hun metabolieten’ overschreden er 15 parameters één of meerdere malen de ERM-streefwaarden. Van de 1.585 metingen die voor deze 15 stoffen werden gedaan, waren er 213 (13,4 procent) boven de ERM streefwaarden.
RIWA-Maas waarschuwt dat bij een beperkte aanvoer van Maaswater door de droogte deze verontreinigingen minder worden verdund en nauwelijks afgevoerd. Drinkwaterbedrijven zijn hierdoor geregeld genoodzaakt om tijdelijk de inname van Maaswater te stoppen. In de toekomst zal dat naar verwachting vaker gebeuren.
Vergunningen niet actueel
Doordat veel vergunningen niet algemeen toegankelijk zijn, is het volgens RIWA-Maas moeilijk in te schatten waar welke verontreinigingen in de rivier terecht komen. Veel vergunningen zijn niet actueel. Bovendien zijn juist de opkomende en schadelijke stoffen veelal niet opgenomen. RIWA-Maas vindt het zorgelijk dat gedateerde vergunningen onvoldoende rekening houden met langdurige lage waterafvoeren, wanneer juist de waterkwaliteit extra beschermd moet worden.
Lagere afvoeren
Recent onderzoek in opdracht van RIWA-Maas dat is uitgevoerd door Deltares bevestigt dat lage afvoeren in de toekomst naar verwachting langduriger en extremer worden. Daarom
werken drinkwaterbedrijven volgens RIWA-Maas intensief samen met waterbeheerders om inzicht in lozingsvergunningen te krijgen en om lozingsincidenten in het Maasstroomgebied sneller op te sporen.
Meer nodig
Directeur RIWA-Maas Maarten Van der Ploeg: “Er is nog meer nodig. Het is essentieel dat er snel inzicht komt in álle industriële lozingen die direct of indirect in de Maas en haar zijrivieren terechtkomen. Deze vergunningen moeten volledig en actueel zijn en de stoffen die de drinkwaterproductie kunnen schaden moeten maximaal worden gereduceerd. Dit is een grote klus om te klaren. Samenwerking is essentieel. Drinkwaterbedrijven doen dat al met Rijkswaterstaat en de waterschappen. De volgende stap is dat provincies, gemeenten, omgevingsdiensten en bedrijven meewerken aan deze klus.”