De uitgevoerde tests zijn bedoeld om te kijken hoe de grondstof het best kan worden teruggewonnen. De resultaten van de proeven worden meegenomen bij de bouw van de twee full scale alginaatfabrieken in Zutphen en Epe, die naar verwachting begin 2019 gereed zijn. Daarmee is Vallei en Veluwe het tweede Nederlandse waterschap dat serieus werk maakt van alginaatwinning uit afvalwater. In november 2016 kondigde Waterschap Rijn en IJssel aan een Nereda-installatie en alginaatextractie-installatie te gaan bouwen voor de zuivering van het afvalwater van FrieslandCampina.
Unieke eigenschappen
Een deel van het teruggewonnen alginaat uit de proefopstelling wordt gebruikt om diverse toepassingen van NEO-alginaat verder te testen, bijvoorbeeld als lijmstof in een kunstmestkorrel. Daarvoor worden momenteel andere lijmmiddelen gebruikt, maar daarvan moet minimaal het tienvoudige worden toegevoegd.
NEO-alginaat is een duurzame grondstof met een aantal unieke eigenschappen. Het kan water vasthouden maar ook afstoten. Hierdoor kan het breed toegepast worden, bijvoorbeeld in de tuinbouw, de papier- en de betonindustrie. Het kan worden gebruikt als verdikkings- of verlijmingsmiddel, als coating of als stabilisator. Diverse marktpartijen hebben al interesse getoond om het alginaat te gaan toepassen, bijvoorbeeld als betoncoating.
Op dit moment wordt alginaat vooral gewonnen uit zeewier – met name in Azië – maar dat is een relatief duur proces. Het gebruik van dit type alginaat beperkt zich daardoor veelal tot de medische wereld (bijvoorbeeld mallen voor kunstgebitten, alginaatpleisters en als ‘drug delivery system’). Het NEO-alginaat is volgens het waterschap duurzamer, goedkoper en daardoor breder inzetbaar op de markt.
Wet- en regelgeving
Maar om het product te kunnen vermarkten, moet nog wel de wet- en regelgeving worden aangepast. Herwonnen grondstoffen uit afvalwater hebben een ‘afvalstatus’ en moeten daarom voldoen aan strenge eisen. Tanja Klip-Martin, dijkgraaf Waterschap Vallei en Veluwe: “Ik pleit ervoor om de status van herwonnen grondstoffen gelijk te stellen met die van primaire grondstoffen. Uiteraard onder de voorwaarde dat er geen risico’s voor de volksgezondheid zijn bij het inzetten ervan, want we willen niet het kind met het badwater weggooien. Alleen dán ontstaat er een gelijk speelveld en is de ambitie van het Rijk realistisch om Nederland in 2050 circulair te maken.”
Nationaal ontwikkelingsprogramma
Het terugwinnen van alginaat past in het streven van de waterschappen om van hun afvalwaterzuiveringen energie- en grondstoffenfabrieken te maken. Bij Waterschap Rijn en IJssel en bij Waterschap Vallei en Veluwe worden uiteindelijk full scale NEO-alginaatinstallaties gebouwd. De waterschappen verwachten hiermee kosten te kunnen besparen door een kwart minder slib te hoeven verwerken en het ruwe NEO-alginaat te verkopen. Deze ontwikkelingen vinden plaats binnen het Nationaal Alginaatontwikkelingsprogramma NAOP, een samenwerkingsprogramma van de waterschappen, de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, ingenieursbureau RoyalHaskoningDHV en de TU Delft.
De proefopstelling op rioolwaterzuivering Apeldoorn (foto: Waterschap Vallei en Veluwe)