Vakbonden dreigen met acties bij de waterschappen voor meer loon

Vakbond CNV Overheid slaat alarm over het grote loonverschil dat er bestaat tussen medewerkers van waterschappen en mensen in vergelijkbare functies bij andere overheden. De vakbonden zitten momenteel met de waterschappen om de tafel voor de cao-onderhandelingen. Die verlopen uitermate stroef. De bonden willen structurele loonsverhogingen, maar de werkgevers houden de hand op de knip.

CNV-bestuurder Arno van Voorden zit al sinds september aan de onderhandelingstafel met de waterschappen. “De onderhandelingen gaan erg moeizaam.” Medewerkers van alle waterschappen – zoals peilbeheerders, hydrologen, zuiveringstechnici, muskusratvangers en gemaalbeheerders – hebben tegen het eindbod van hun werkgever gestemd. Niet zo vreemd, vindt Van Voorden. De werkgevers komen namelijk met losse bedragen, niet met structurele loonsverhogingen. “En daar doen we het niet voor”, stelt de vakbondsbestuurder. “Eenmalige bedragen werken namelijk niet door in het pensioen. Ook een gemiddelde loonontwikkeling van 1,5 procent per jaar vinden wij te weinig.”

Waterschappen blijven achter bij andere overheidswerkgevers
Er speelt meer. Een groot pijnpunt is volgens CNV Overheid de 1,4 procent uit het loonruimteakkoord van 2015, die nog steeds niet is uitbetaald. Dertien overheidswerkgevers uit dit akkoord hebben dat percentage inmiddels betaald, alleen de waterschappen nog niet. Daarbij hebben de dijkgraven zelf wel de 1,4 procent ontvangen, want zij vallen onder de rechtspositie van het Rijk. Van Voorden: “Bij het afspreken van het loonruimteakkoord werden de waterschappen vertegenwoordigd door de VNG. Hun eigen handtekening staat dus niet onder het akkoord, zeggen ze zelf. En zo zijn er steeds andere smoesjes.”

‘Afscheidsfeestje kost halve ton’
Ook bij vakbond FNV is de maat zo langzamerhand vol. “Wij zitten al sinds 2015 achter de 1,4 procent pensioenpremievrijval aan. De waterschappen weigeren deze uit te betalen. Maar ondertussen beknibbelen ze niet op feestjes voor het management. Het afscheidsfeest van dijkgraaf Michiel van Haersma Buma kostte 50.000 euro. Belachelijk!”, aldus FNV-bestuurder Martha Rotgers. “In het laatste cao-overleg eisten wij 4,5 procent, plus de 1,4 procent die is vrijgekomen door wijzigingen in de pensioenregeling. De waterschappen boden maximaal 3 procent loonsverhoging over twee jaar. Aan de ene kant wil de werkgever het zuinig aan doen, want het personeel mag niet te veel kosten. Maar als er vervolgens zulke bedragen worden uitgegeven aan een afscheidsfeest, toont dat een totaal gebrek aan respect voor de gewone werknemers.”

Actiebereidheid is groot
De bonden hebben in februari en maart alle 21 waterschappen bezocht en gesprekken gevoerd met de werknemers. De actiebereidheid is groot, stellen CNV en FNV, al zijn de meeste waterschapmedewerkers niet per definitie een voorstander van staken. Er heerst bij de waterschappen geen cultuur van actievoeren, maar veel werknemers menen dat het er toch van gaat komen, als de werkgevers niet bewegen in de onderhandelingen. Verschillende waterschappen hebben de gemoederen bij het personeel tot bedaren proberen te brengen door te stellen dat de sector goede arbeidsvoorwaarden heeft en dat er dus geen reden is voor paniek. Maar dat lijkt weinig effect te hebben. De vakbonden hebben de waterschapsmedewerkers inmiddels duidelijk gemaakt dat er sprake is van 5,84 procent salarisachterstand op de rest van de overheidssector. Dat cijfer lijkt meer impact te hebben dan de sussende woorden van de werkgevers.

Opnieuw in gesprek
Roelof Bleker, voorzitter van de onderhandelingsdelegatie namens de Unie van Waterschappen, reageert: “Als werkgevers weten we dat het Nederlandse waterbeheer succesvol is. Dat danken we vooral aan de kennis en kunde van de waterschappers. Bijblijven is in deze tijd een uitdaging en de toekomst brengt complexere wateropgaven. Een goed cao-akkoord met een verantwoorde salarisontwikkeling is dan ook erg belangrijk. Gelukkig gaan we deze maand opnieuw in gesprek. Om de impasse bij het onderwerp salaris te doorbreken, hebben werkgevers begin maart voorgesteld om samen met de vakbonden een bureau in te schakelen dat onafhankelijk onderzoek kan doen naar het salaris en inkomen van de waterschappen in vergelijking met medeoverheden. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen de basis vormen voor verdere onderhandelingen over de cao. En voor toekomstgerichte salarisafspraken. Wij willen in 2018 op een zelfde niveau belonen als onze medeoverheden.”

De bonden hebben een tabel online geplaatst met een uitgebreide beloningsvergelijking.