grondwateronttrekking landbouw
Voor grondwateronttrekkingen voor beregening van de landbouw worden de hoeveelheden maar ten dele geregistreerd (foto: Valei en Veluwe).

Er is geen volledig beeld van het aantal grondwateronttrekkingen en de onttrekkingshoeveelheden voor beregening van de landbouw, melden provincies en waterschappen in een rapportage die minister Van Nieuwenhuizen deze week naar de Tweede Kamer stuurde. Alle reden om het grondwater- en beregeningsbeleid te herijken. De minister vraagt provincies en waterschappen dit voortvarend op te pakken.

Op grond van de Waterwet geldt in beginsel een vergunning- of meldingsplicht voor grondwateronttrekkingen, waarbij de onttrokken hoeveelheden moeten worden opgegeven. De regelgeving biedt echter de ruimte om gevallen aan te wijzen waarin deze verplichtingen niet gelden. Voor onttrekkingen voor beregening in de landbouw geldt dat niet alle waterschappen verplichten tot een opgave van onttrokken hoeveelheden. Er is volgens de rapportage ook geen goed beeld van de kleine onttrekkingen tot 10 m3/uur, omdat deze zijn vrijgesteld van een vergunnings- of meldingsplicht en derhalve niet worden geregistreerd. Dit probleem speelt niet bij drinkwater en grote industriële onttrekkingen – daar is volgens provincies en waterschappen wél een compleet beeld van de vergunde onttrekkingen en de daadwerkelijke onttrekkingshoeveelheden.

Regulering en handhaving
Grondwateronttrekkingen zijn op het niveau van provincies en waterschappen gereguleerd. Afhankelijk van het type onttrekking (drinkwater, industrie, landbouw, particulieren) houden provincie of waterschap via een stelsel van vergunningen en meldingen gericht toezicht en handhaving op de onttrekkingen. In en om kwetsbare natuurgebieden zijn grondwateronttrekkingen niet toegestaan, om de aanwezige natuurwaarden te beschermen. In de rapportage staat te lezen dat op jaarbasis enkele illegale onttrekkingen worden aangetroffen, waarvan de meeste kunnen worden gelegaliseerd via een vergunning of melding. Indien nodig worden boetes of sancties opgelegd.

Droogte en klimaatverandering
Het aantal grondwateronttrekkingen en de onttrokken hoeveelheid grondwater voor met name beregening door de landbouw is door de droogte van de afgelopen jaren toegenomen, stellen provincies en waterschappen vast. Die grote watervraag in combinatie met de afnemende waterbeschikbaarheid door droogte en klimaatverandering, zet het grondwatersysteem onder druk in geheel Hoog Nederland. Er is volgens de rapportage daarom een dringende noodzaak om het grondwater- en beregeningsbeleid van de waterschappen en provincies te herijken. Minister Van Nieuwenhuizen juicht dat van harte toe en vraagt de twee overheidslagen om dit voortvarend op te pakken.

Herijking
In de rapportage melden provincies en waterschappen ook de inzet van die herijking. Ten eerste is het zaak de registratie en metingen waar nodig te verbeteren. Dit geldt met name voor onttrekkingen voor beregening van de landbouw, waarvan de hoeveelheden maar ten dele worden geregistreerd, en voor de kleine onttrekkingen. Ook wordt het Landelijk Register Grondwater, mede als onderdeel van Basis Registratie Ondergrond, verder aangevuld qua aantal en hoeveelheid grondwateronttrekkingen en geoptimaliseerd als centraal registratiepunt. Ten tweede willen de overheden de cumulatieve effecten van grondwateronttrekkingen beter in beeld brengen en onderzoeken wat de invloed van de onttrekkingen is op de grondwaterstanden en grondwatervoorraad in een gebied. Deze inzichten willen ze vervolgens gebruiken om waar nodig de bestaande beleidsregels voor grondwater en beregening aan te passen en samen met de watergebruikers te onderzoeken hoe de druk op de grondwatervoorraad kan worden verminderd en te zorgen dat de onttrekkingen en aanvullingen duurzaam in balans blijven, zowel in tijd als in ruimte. Ten slotte willen de waterschappen en provincies leren van elkaars aanpak en de beleidsregels voor grondwateronttrekkingen voor drinkwater, de beregening voor landbouw en de onttrekkingen van particulieren op elkaar afstemmen. In hun regionale waterprogramma’s moeten de provincies hier kaders voor meegeven.

Zoetwaterbeschikbaarheid
Minister Van Nieuwenhuizen laat de Tweede Kamer weten dat de voortgang van de herijking zal worden besproken in de Stuurgroep Water, het bestuurlijk overleg dat de minister voert met bestuurders van de waterschappen, provincies, gemeenten en drinkwaterbedrijven. Van Nieuwenhuizen stelt in een brief aan de Kamer dat grondwaterkwantiteit een belangrijk aspect is van zoetwaterbeschikbaarheid: ‘Zoals ik eerder heb aangegeven is een Studiegroep Grondwater ingesteld om de opgaven voor grondwaterkwaliteit en -kwantiteit verder in kaart te brengen, te inventariseren welke inzet op die opgaven wordt gepleegd en aan te geven of een extra impuls nodig is. De inventarisatie van grondwateronttrekkingen zal hierbij als input dienen’, aldus de minister.