De Unie van Waterschappen pleit voor een totaalverbod op PFAS. Dat blijkt uit de suggesties die de Unie heeft gedaan aan leden van de Kamercommissie IenW. Deze commissie kan op 30 juni schriftelijke vragen stellen over het advies dat de EFSA, de Europese voedselveiligheidsautoriteit, uitbracht over de gezondheidsrisico’s door de aanwezigheid van PFAS in voedsel.
Op basis van het EFSA-advies adviseerde het RIVM onlangs al het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om de drinkwaternorm voor PFAS te verlagen. De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren, is aanpak aan de bron, stelt de Unie. Zoveel mogelijk moet voorkomen worden dat PFAS in het milieu terecht kan komen. Daarom willen de waterschappen een verbod op zowel niet-essentiële als essentiële toepassingen van de stoffen.
Gezamenlijke inzet nodig
Er is volgens de Unie gezamenlijke inzet nodig met het Rijk en de EU. De Unie van Waterschappen levert naar eigen zeggen actieve inzet op het onlangs gepresenteerde Zero Pollution Action Plan, onderdeel van de Europese Green Deal, en op de aanscherping bij de toelatingseisen van gevaarlijke stoffen via REACH, het systeem voor registratie, evaluatie en toelating van chemische stoffen die in de EU geproduceerd of geïmporteerd worden.
Eigen onderzoek
Bovendien doen de Unie en de waterschappen zelf onderzoek naar de aanwezigheid en herkomst van PFAS in oppervlaktewater. Ook delen zij hun kennis en werken ze actief mee aan onderzoeken van andere organisaties. De waterschappen adviseren kritisch op watervergunningen in relatie tot PFAS en vertegenwoordigers van waterbeheerders, het Rijk, provincies, gemeenten, Omgevingsdiensten, drinkwatersector en de chemische industrie hebben bestuurlijke afspraken gemaakt om samen meer grip en regie te krijgen op het voorkomen van zeer zorgwekkende stoffen, zoals PFAS, in het milieu.
Essentieel of niet-essentieel?
De waterschappen vrezen dat het huidige, demissionaire kabinet zich met name richt op het verbod van niet-essentiële toepassingen. Een van de vragen die de Unie de Kamerleden toespeelt, is dan ook of het kabinet niet bang is dat de industrie PFAS zal blijven produceren onder het mom van ‘essentiële toepassing’. Meer vragen: hoe ver wil dit kabinet gaan om een totaalverbod te realiseren? En: ondersteunt dit kabinet een bronaanpak?
Inzet Omgevingsdiensten
Een ander heikel punt vormen de kosten die gemaakt moeten worden om PFAS uit voedsel en milieu te krijgen of te houden. Als het kabinet de zienswijze ‘de vervuiler betaalt’ ondersteunt, dan is de vervuiler immers verantwoordelijk en kunnen kosten niet op de waterschappen worden afgewenteld om aanvullend te zuiveren. En ten slotte wijst de Unie de Kamerleden op de rol en de inzet van de Omgevingsdiensten: “Omgevingsdiensten zijn bevoegd gezag voor vergunningverlening en toezicht op indirecte lozingen”, schrijft de Unie. “Afvalwater met PFAS afkomstig van bedrijven, wordt via indirecte lozingen geloosd op de rioolwaterzuiveringen. Waterschappen en Rijkswaterstaat zijn actief aan de slag gegaan met het actualiseren van directe vergunningen, maar de Omgevingsdiensten lopen achter op het actualiseren van vergunningen met focus op bronnen van PFAS. Er moet meer geld en tijd beschikbaar komen hiervoor. Is het kabinet bereid te kijken naar de inzet van de Omgevingsdiensten?”