Minister Kajsa Ollongren gaf in een AO aan ‘sympathiek’ tegenover het idee van partijfinanciering voor waterschapspartijen te staan, maar echte toezeggingen deed ze niet (foto: ministerie van BZK).

De Algemene Waterschapspartij (AWP) heeft bij minister Ollongren van Binnenlandse Zaken opnieuw aandacht gevraagd voor partijfinanciering voor de waterschapspartijen. Partijen als Water Natuurlijk en de AWP krijgen die overheidsfinanciering nu niet, in tegenstelling tot politieke partijen die één of meer zetels in de Eerste of Tweede Kamer hebben behaald. De Waterschapswet staat in de weg.

Het geld dat de landelijke politieke partijen ontvangen dankzij de Wet financiering politieke partijen (Wfpp) is bestemd voor activiteiten die bijdragen aan de Nederlandse democratie. Zoals bijvoorbeeld politiek-wetenschappelijk werk, informatievoorziening, ledenwerving en ook verkiezingscampagnes. De landelijke politieke partijen kunnen zo professioneel campagne voeren voor de Europese verkiezingen, de Tweede Kamer, Provinciale Staten, Gemeenteraad – én voor de waterschapsverkiezingen. Maar specifieke waterschapspartijen, zoals de AWP en Water Natuurlijk, moeten hun verkiezingscampagne betalen uit de ledenbijdragen.

‘Er is geen voorziening voor’
In een Algemeen Overleg (AO) op 4 april gaf minister Ollongren aan ‘sympathiek’ tegenover het idee van partijfinanciering voor waterschapspartijen te staan, maar echte toezeggingen deed ze niet in dat AO: “Ik heb geconstateerd dat daar geen voorziening voor is. Die bestaat nog niet en daar zouden we dan naar moeten kijken. Maar het lijkt me logisch om dat dan ook te betrekken bij vraagstukken als wie daar in organisatorische zin verantwoordelijkheid voor moet dragen en wat de verhouding is tussen het Rijk en de decentrale overheid om wie het gaat.” Daarmee hintte de minister op de verantwoordelijkheid van de waterschappen zelf, meer specifiek: de Unie van Waterschappen. Deze liet echter al snel weten hiervoor geen budget te hebben.

Waterschapswet staat geen ondersteuning toe
Het AO in april werd gevoerd naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport van de Evaluatie- en adviescommissie Wet financiering politieke partijen, beter bekend als de commissie Veling. Deze commissie stelde in februari 2018 dat – vanwege het belang van de lokale democratie – een eigen benadering van de lokaal actieve partijen gewenst is. In zijn reactie op het rapport Veling heeft het kabinet aangegeven dat het bij de voorbereiding van de nieuwe ‘Wet politieke partijen’ ook wil kijken naar subsidiëring vanuit het gemeentefonds en het provinciefonds. Het voorstel voor zo’n overkoepelende partijenwet, waarin de subsidiewet zou opgaan, ligt er op zijn vroegst begin volgend jaar. Op dit moment zou er ‘geen geld’ zijn voor lokale subsidies  – de commissie Veling pleitte voor een kleine 7 miljoen euro per jaar. Maar gemeentefonds of provinciefonds bieden volgens de AWP geen oplossing voor de waterschapspartijen, want zij kunnen immers geen beroep doen op die fondsen. En de Waterschapswet staat geen ondersteuning toe van de waterschapspolitiek. Voor de Mediawet geldt overigens een soortgelijke situatie: Haagse politieke partijen komen in aanmerking voor de Zendtijd Politieke Partijen, maar waterschapspartijen niet.

Benieuwd naar stand van zaken
De AWP heeft daarom een brief gestuurd aan minister Ollongren, waarin ze opnieuw aandacht vraagt voor partijfinanciering voor de waterschapspartijen. In de brief wijst de AWP erop dat de minister eerder dit jaar beloofde om kort na de zomer de Kamer inhoudelijk nader te informeren over de ontwikkeling van de Wet politieke partijen, mede in relatie tot het rapport Veling. De AWP schrijft benieuwd te zijn naar de stand van zaken en naar wat het kabinet gaat voorstellen om te komen tot ondersteuning van waterschapspartijen.

Ook Water Natuurlijk pleit voor partijfinanciering
Het is niet voor het eerst dat een waterschapspartij de roep om partijfinanciering laat klinken in Den Haag. Onder het vorige kabinet hebben Water Natuurlijk en de AWP gezamenlijk een soortgelijk verzoek ingediend bij minister Plasterk, Ollongrens voorganger op Binnenlandse Zaken, en bij de Unie van Waterschappen. En voor het AO in april heeft Water Natuurlijk ook Kamerleden van met name D66, GroenLinks en de SP verzocht om in het overleg aandacht te vragen voor de waterschapspartijen. Niet zonder succes, want zowel Nevin Özütok van GroenLinks als D66-parlementariër Monica den Boer maakten zich in dat AO hard voor de waterschapspartijen. Bestuurslid Veerle Slegers van Water Natuurlijk constateert dat de discussie niet zozeer gaat over de vraag of lokale, provinciale en waterschapspartijen recht hebben op overheidsfinanciering, maar over de vraag ‘wie gaat dat betalen?’. “Als het gaat om een herverdeling van middelen,” stelt Slegers, “zullen de politieke partijen met een vertegenwoordiging in Den Haag natuurlijk niet staan te springen, want zij zouden dan moeten inleveren. De oplossing ligt voor de hand: er moet geld bij. Democratie kost nu eenmaal geld!”

Onafhankelijke financiële basis zeer wenselijk
Daar sluit de AWP zich bij aan: “Voor een duurzame ontwikkeling van de waterschapsdemocratie is een onafhankelijke financiële basis zeer wenselijk, juist voor partijen die niet zijn vertegenwoordigd in de Eerste en Tweede Kamer.”