![Huitema](https://www.waterforum.net/wp-content/uploads/2020/09/Huitema-696x522.jpg)
De watersector heeft grote moeite om reststoffen uit riool- en drinkwater te vermarkten. Ze voeren veel pilots uit, maar kunnen er als publieke organisatie niet de markt mee op. Ook de samenwerking met private bedrijven verloopt moeizaam. Daarnaast is er veel angst in politiek Den Haag voor de toepassing van reststoffen. Dat bleek 4 september tijdens een werkbezoek van Europarlementariër Jan Huitema aan rwzi West in Amsterdam.
Huitema wilde als rapporteur van het Europees Actieplan Circulaire Economie van waterschappen en drinkwaterbedrijven in Nederland horen wat er nodig is vanuit Europa om belemmeringen weg te nemen op weg naar een circulaire economie. Uit de presentaties van vertegenwoordigers van onder meer Waternet, AquaMinerals en de Energie- en Grondstoffenfabriek, kwam het beeld naar voren dat er nog veel geregeld moet worden voor de reststoffen daadwerkelijk grootschalig kunnen worden toegepast.
Opschaling niet eenvoudig
Sander Mager, dagelijks bestuurder van waterschap Amstel, Gooi en Vecht en bestuurder van de Unie van Waterschappen gaf aan dat er weliswaar veel pilots plaatsvinden, maar dat opschaling in de praktijk niet eenvoudig is. Vooral in de Europese en nationale wet-en regelgeving die het mogelijk moet maken om de reststoffen toe te passen (einde afvalstatus) valt nog een wereld te winnen. Ook is het lastig om een eerlijke prijs voor de herwonnen reststoffen te krijgen in vergelijking met de primaire stoffen. En nu helemaal omdat de olieprijs door de coronacrisis fors is gedaald, waardoor het prijsverschil alleen maar toeneemt.
Daarnaast hebben de waterschappen de medewerking van andere partijen, zoals de betonindustrie, nodig om bijvoorbeeld het neoalginaat Kaumera in beton te verwerken. “De waterschappen staan echter niet op het netvlies van dergelijke partijen”, aldus Mager.
Afnemers moeilijk te vinden
Aalke Lida de Jong, duurzaamheidsmanager AquaMinerals , wees er in haar presentatie op dat reststoffen en teruggewonnen stoffen op allerlei vlakken een achterstand hebben op primaire grondstoffen. Bijvoorbeeld de onzekerheid over de juridische status, zo is waterschap Amstel, Gooi en Vecht al ruim vier jaar bezig om een einde-afval oordeel te krijgen voor het struviet dat ze wint op RWZI Amsterdam West. Als het echter lukt om over de initiële hobbel heem te komen ligt er veel potentie. Zo hebben de drinkwaterbedrijven 10 jaar geleden bijna een miljoen euro uitgegeven aan de registratie voor de calciet en ijzer uit drinkwater bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen. Daardoor kunnen die stoffen als bijproduct verkocht worden en zijn er tientallen toepassingen ontwikkeld van glasproductie tot cosmetica. De onzekerheid over de juridische status maakt het echter lastig om afnemers te vinden.”
Peter Verlaan, directeur Zuiveren bij waterschap Aa en Maas en betrokken bij de Energie- en Grondstoffenfabriek, kampt met vergelijkbare problemen. Het waterschap is ruim vijf jaar bezig om cellulose terug te winnen, maar de markt kan vooralsnog geen goed voorstel neerleggen. “Het herwonnen cellulose blijft twee tot drie keer duurder dan de lineaire alternatieven. En wie neemt de risico’s? Bovendien werken fiscale en aanbestedingsregels belemmerend.”
Huitema wil belemmerende wet- en regelgeving wegnemen
Huitema moet als rapporteur van het Europese Parlement op 17 september de eerste reactie inleveren op het Europese actieplan. “Ik zal zeker aandacht vragen voor waar Europese wetgeving nog steeds het verder uitrollen van een circulaire economie belemmert”, benadrukte hij tijdens de bijeenkomst. Zo wil Huitema dat secundaire grondstoffen uit rioolwater geen afvalstatus meer krijgen. Aan de fiscale problemen kan hij niets doen. De lidstaten gaan immers zelf over hun nationaal fiscaal beleid. Daar mag Brussel zich niet mee bemoeien.