De water- en afvalwatertarieven in grote steden in de wereld stegen tussen juli 2016 en juli 2017 met gemiddeld 3,91 procent. Dat is meer dan twee keer zoveel als de wereldwijde inflatie. Dat blijkt uit een enquête onder 385 steden verspreid over de wereld, uitgevoerd door Global Water Intelligence, in opdracht van de Global Water Leaders Group (GWLG).
De resultaten van het onderzoek zijn verzameld in een witboek, getiteld ‘The Global Value of Water’, dat deze week is gepubliceerd door GWI en de GWLG. In de enquête zijn voor 2017 ook water- en afvalwatertarieven opgenomen in 67 nieuwe locaties, waardoor het totale aantal onderzochte steden tot 452 opliep. Eventuele tariefswijzigingen in de nieuw toegevoegde steden komen pas naar boven in het onderzoek van 2018.
Denemarken scoort het hoogste gemiddelde
De Amerikaanse stad Portland bleek het hoogste gecombineerde tarief te hebben (8 dollar per m3), terwijl Denemarken het land was met de hoogste gemiddelde watertarieven: de Deense steden die in het onderzoek zijn opgenomen, scoorden een gemiddeld gecombineerd tarief van 7,07 dollar per m3.
Verenigde Staten voor het eerst duurder dan West-Europa
De resultaten van de enquête tonen een duidelijke verandering in tariefontwikkelingen over de hele wereld. Voor de eerste keer betalen stedelijke inwoners in de VS gemiddeld meer voor hun gecombineerde water- en afvalwaterdiensten dan stadsbewoners in West-Europa. Een constant jaarlijks groeipercentage van 5 procent in de afgelopen vijf jaar, leidde in de VS tot een gemiddeld tarief van 4,09 dollar per m3. Dat is 20 dollarcent meer dan in West-Europa.
‘Op de goede weg’
Christopher Gasson, uitgever van GWI en medeauteur van The Global Value of Water, ziet de stijging van 3,91 procent vooral als een positief signaal. “We gaan met deze wereldwijde stijging zeker in de goede richting”, stelt hij. “Zoals veel van de deskundigen die hebben bijgedragen aan het witboek benadrukken, moeten de tarieven eigenlijk verdubbelen. Elk jaar dat de stijging hoger is dan de inflatie, brengt het moment dichterbij dat de waterketen wereldwijd zichzelf financieel kan bedruipen.”
Amerika kampt met verouderde infrastructuur
Stijgende exploitatiekosten en een dringende behoefte om infrastructuur te upgraden en uit te breiden, blijken volgens het witboek de belangrijkste redenen voor de tariefverhogingen over de hele wereld. De noodzaak om de verouderde infrastructuur in de VS – waar de afgelopen jaren nauwelijks in is geïnvesteerd – te vervangen, drijft de prijzen in Amerika bijvoorbeeld flink op. Amerikaanse steden als Pittsburgh, Denver, Los Angeles en Indianapolis zagen in 2017 hun gecombineerde water- en afvalwatertarieven met meer dan 10 procent stijgen.
Ook in Afrika stijgen de tarieven
Inwoners van sub-Sahara Afrika zagen hun tarieven ook stijgen als gevolg van de stijgende kosten. In Zuid-Afrika stegen de tarieven in Johannesburg en in Kaapstad met ongeveer 20 procent. In die steden is overigens voor alle inwoners de eerste zes m3 water gratis, daarna hoeft pas betaald te worden. Omdat de waterbedrijven in Zuid-Afrika hun omzet willen investeren in de waterprojecten van de stad, in het onderhoud en in de upgrade van infrastructuur, ontkwam men ook daar niet aan een tariefstijging. In Maputo (Mozambique) en Lusaka (Zambia) waren de tariefverhogingen het gevolg van stijgende kosten in verband met hogere elektriciteitsprijzen en hoge inflatie (die de benodigde chemicaliën duurder maakt).
De ‘Global Value of Water’ en het ‘Global Water Tariff Survey’ zijn beschikbaar als onderdeel van een abonnement op GWI Magazine. Meer informatie op www.globalwaterintel.com/gwi/tariffsurvey
