vooroevers
Impressie van de geplande vooroever die de IJsselmeerdijk in Flevoland moet versterken. (foto: Waterschap Zuiderzeeland)

Waterschap Zuiderzeeland wil de IJsselmeerdijk tussen Lelystad en de Ketelbrug versterken met de aanleg van vooroevers. De optie met verspringende langsdammen kwam als beste uit de bus omdat ze de golven voldoende kunnen dempen en tegelijk een ecologische meerwaarde geven. De voorkeursvariant ligt nu ter inzage. De totale kosten voor het versterken van het 17,6 km lange dijktraject zijn geraamd op 237 miljoen euro.

Bij een keuring in 2018 bleek dat de dijk niet voldoet aan de nieuwe risiconormering voor waterveiligheid. De dijk is niet hoog genoeg en de steen- en asfaltbekleding aan de buitenzijde en de grasbekleding aan buiten- en binnenzijde zijn niet sterk genoeg. Tijdens maatgevende zeer zware stormen kan die bekleding instabiel raken door golfklappen of golfoverslag.

Verspringing

De voorkeursvariant van het waterschap opteert voor de aanleg van vooroevers, daar waar mogelijk. Het grootste deel van de dijk – de Meerdijk – krijgt een vooroever van 50 tot 60 m breed.
De vooroever bestaat uit een langsdam met een toplaag van stortsteen. Tussen de langsdam en de dijk komt een ondiep water. Door openingen in de langsdam kan IJsselmeerwater in en uit de vooroevers stromen. Deze openingen zullen verspringen zodat er een maximale doorspoeling ontstaat. Een erosiebuffer voor de compensatie van te verwachten zandverliezen.

Ondiep water

Volgens het waterschap biedt de geplande vooroever een meerwaarde voor de natuur van het IJsselmeergebied. Het ondiepe water tussen de dam en de dijk levert een bijdrage voor de biodiversiteit en zorgt voor meer leefgebied voor Natura2000-soorten. Daar kunnen in de luwte van de langsdam waterplanten groeien. Het gevolg is ook een toename van paaigelegenheid voor vis en een uitbreiding van leefgebied voor macrofauna en jonge vis.
Het waterschap verwacht het ontstaan van een evenwichtig watersysteem met een goede waterkwaliteit voor waterplanten, vissen en schelpdieren. Er zullen plas-dras situaties ontstaan en, in beperkte mate, moerasranden.

Alternatieven

Alternatieve oplossingen zoals het toepassen van verruwing op het boventalud en een hoger overslagdebiet zijn afgevallen. De combinatie van verruwing en een grotere overslag is niet goedkoper en leidt ook niet tot een minder grote verhoging van de dijk.

Waterschap Zuiderzeeland verwacht in 2024 met de versterking te kunnen beginnen. Uiterlijk 2030 zal het project dan klaar zijn.